In plaats daarvan komt Akzo-Nobel met uiterst sumiere informatie in haar financiele verslag.
Als reden geeft Akzo-Nobel de geringe belangstelling en de complexiteit van het samenstellen van dit verslag door de vele aan- en verkopen.
De VBDO betreurt dit besluit. Haar achterban krijgt een steeds grotere behoefte aan deze verslagen omdat behalve partikulieren ook institutionele beleggers steeds meer duurzaam gaan beleggen. Milieu- en sociale verslagen zoals die van Akzo-Nobel vormen voor deze beleggers een steeds belangrijkere informatiebron. “Er zijn wereldwijd tientallen onderzoeksbureaus die deze verslagen doorpluizen en de resulaten daarvan verkopen aan institutionele beleggers.” aldus Piet Sprengers, directeur van de VBDO. Het aantal verslagen dat bij Akzo-Nobel is aangevraagd vindt hij dan ook geen maat voor de werkelijke behoefte.
Sprengers erkent de complexiteit van het verzamelen van de milieu-informatie die onstaat bij het regelmatig aan- en verkopen van bedrijven. “Met die complexiteit hebben alle bedrijven te maken en bovendien geldt die complexiteit ook ook voor de financiele cijfers. Ogenschijnlijk geeft AKZO-Nobel minder prioriteit aan het verzamelen van de milieucijfers dan aan het verzamelen van de financiele cijfers.” aldus Sprengers.
De VBDO vindt het besluit van Akzo Nobel haaks staan op het recent door de SER uitgebrachte advies aan de regering over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Daarin benadrukt de SER de noodzaak dat ondernemingen (corporate) milieu- en sociale verslagen gaan uitbrengen. Overigens is de SER sterk gekant tegen verplichte publicatie van deze milieu- en sociale verslagen.