In het nieuwe rapport wordt benadrukt dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen niet nieuw is voor Akzo Nobel. De onderneming heeft zich altijd gericht op het bereiken van een goed evenwicht tussen de zorg voor het milieu, de ontwikkeling van haar medewerkers en het leveren van bijdragen aan de maatschappij, waarbij een gezonde winstgevendheid niet uit het oog wordt verloren. Het nu verschenen rapport toont aan dat Akzo Nobel vastbesloten is om de effectiviteit van de MVO-inspanningen te verhogen.
“Hoewel de MVO-waarden zeer belangrijk zijn voor Akzo Nobel, was de benadering hiervan in het verleden te ongestructureerd”, verklaarde bestuursvoorzitter Hans Wijers. “Bij Akzo Nobel accepteren we dit niet langer. Om een goed inzicht te krijgen in de mate waarin wij voldoen aan onze maatschappelijke en milieudoeleinden en in de mogelijkheden tot verbetering, moeten wij onze MVO-resultaten kunnen verifiëren en vergelijken met die van andere bedrijven. Ook moeten we kunnen verzekeren dat het vaststellen en meten van MVO-doelen volledig is geïntegreerd in onze managementprocessen. Daarom hebben wij de eerste stappen gezet voor een “best practice”-aanpak met de publicatie van ons eerste MVO-rapport.”
Het 56 pagina’s tellend rapport, opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative, omvat negen nieuwe indicatoren op het terrein van bedrijfsgezondheid en milieu en besteedt aandacht aan een aantal terreinen waarop Akzo Nobel met succes haar MVO-doelstellingen heeft nagestreefd, zoals product stewardship, bedrijfsgezondheid en energie-efficiency. Het belang van ondernemerschap en maatschappelijke betrokkenheid wordt ook nader belicht.
Wijers voegde hieraan toe dat hoewel het MVO-rapport veel bevat waarop Akzo Nobel trots kan zijn, dit nog maar de eerste belangrijke stap is naar een onderneming die op alle MVO-fronten als beste naar voren komt. “Hoewel dit rapport een aantal echte MVO-prestaties vermeldt, zijn er ook nog gebieden waar significante verbeteringen bereikt moeten worden”, zei hij. “Ons eerste MVO-rapport moet worden beschouwd als ‘werk in uitvoering’, dat uiteindelijk zal resulteren in verbeterde MVO-prestaties op alle terreinen. Gezien onze achtergrond, moeten we bij de allerbesten horen. Daarom hebben wij ons ten doel gesteld een notering op de Dow Jones Sustainability Index te bereiken.
Community Program
Maatschappelijke betrokkenheid is een belangrijk onderdeel van het MVO-rapport. Daarom start vandaag ook het Community Program voor alle Akzo Nobel-medewerkers wereldwijd. Akzo Nobel heeft haar medewerkers altijd aangemoedigd maatschappelijke activiteiten te ondersteunen, maar tot nu toe zijn dit soort projecten altijd geïnitieerd door het management of vonden op een ad hoc-basis plaats.
Het Community Program zal Akzo Nobel-medewerkers daadwerkelijk aansporen een actieve rol te spelen bij lokale initiatieven door hen in staat te stellen het voortouw te nemen en deel te nemen aan projecten in de leefgemeenschappen waar zij wonen en werken.
“Het boeiende van het Community Program is dat het verder gaat dan de traditionele MVO-aanpak, die vooral gebaseerd is op het beschikbaar stellen van middelen”, zei Wijers. “Hoewel financiële ondersteuning van vitaal belang is, zijn wij van mening dat initiatief, betrokkenheid, vaardigheden en kennis van onze medewerkers zeker zo belangrijk zijn voor het welslagen van de maatschappelijke projecten van Akzo Nobel. Met de energie en talenten van onze medewerkers kan het Community Program een groot verschil maken voor de gemeenschappen waar wij allen wonen en werken.”
Wijers: “Om een vliegende start van het Community Program te verzekeren, hebben wij besloten het budget voor dit jaar niet alleen toe te wijzen aan initiatieven van de medewerkers maar ook een deel daarvan beschikbaar te stellen aan een betrouwbare, mondiale organisatie, namelijk de Rode Kruis/Rode Halvemaan-organisatie. Deze zal de toegekende EUR 1,5 mln gebruiken om projecten te ondersteunen in ontwikkelingslanden waar Akzo Nobel actief is, terwijl ook Akzo Nobel-medewerkers de gelegenheid krijgen om aan deze projecten deel te nemen.”