Belangengroeperingen, met name milieuorganisaties, proberen in toenemende mate het gedrag van consumenten en bedrijven te beïnvloeden. Ze informeren consumenten over de (vermeend) schadelijke praktijken van bedrijven, organiseren consumentenboycots, agenderen sociale en ethische vraagstukken, lobbyen bedrijfsmanagers en beleidsmakers, etcetera.
Ondanks het feit dat de impact van zulk strategisch activisme vaak aanzienlijk is, weet men nog weinig van de beweegredenen van belangengroeperingen om zich direct met markten te bemoeien. Allard van der Made probeert met zijn onderzoek het gebruik van diverse vormen van strategisch activisme te verklaren. In elk hoofdstuk van zijn proefschrift ontwikkelt hij een speltheoretisch model dat licht werpt op het gebruik van één bepaalde vorm van strategisch activisme.
Advertentiecampagnes, consumentenboycots en lobbyactiviteiten komen aan bod. Centraal staat de these dat het voor een belangengroep niet erg zinvol is om over te gaan tot strategisch activisme dat direct gericht is op markten, als consumenten geen ‘groene’ voorkeuren hebben en alle marktpartijen volledig op de hoogte zijn van elkaars voorkeuren, gedragingen en mogelijkheden.
Soortgelijke conclusies kunnen worden getrokken aangaande andere ethische/sociale issues en de bijbehorende belangengroeperingen. Denk hierbij aan kinderarbeid, overbevissing en riante bonusregelingen.
Belangengroepen zullen hiertegen alleen ageren als consumenten zulke praktijken liever niet zien en als niet alle marktpartijen volledig op de hoogte zijn van elkaars voorkeuren, gedragingen en mogelijkheden.
Allard van der Made (Leeuwarden, 1976) studeerde econometrie en wiskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij onderzoeksschool SOM van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Het onderzoek werd gefinancierd door NWO. Van der Made is momenteel postdoctoraal onderzoeker aan de Facultés universitaires Saint-Louis te Brussel.