De indicator kan zowel door particuliere klanten als door zakelijke beleggers worden gebruikt. ABN AMRO heeft de 400 bedrijven, die allen onderdeel uitmaken van de MSCI World Index, vanaf vandaag op haar website geplaatst. Met de introductie van deze indicator wil ABN AMRO inspelen op de wensen van klanten.
De bank beoordeelt de positie van de bedrijven ten opzichte van de eigen sector. ‘Je kunt immers een energiebedrijf op het gebied van duurzaamheid niet vergelijken met een voedingsbedrijf’, zo zegt Vincent van Assem, hoofd duurzame ontwikkeling bij ABN AMRO private banking.
ABN AMRO heeft vijf verschillende kwalificaties ontwikkeld die lopen van zeer bovengemiddeld ten opzichte van sectorgenoten tot veel lager dan gemiddeld ten opzichte van de sector.
De introductie van deze richtlijn voor duurzaamheid is onderdeel van het beleid van de bank om zich meer te profileren als ‘duurzaam’. Daarbij begeeft ABN AMRO zich op het terrein van de traditionele duurzame investeerders als Triodos en ASN. Op de vraag of klanten van deze banken daarom langzaam richting ABN verschuiven zegt Van Assem: ‘We doen inderdaad wat zij ook doen.’
Voor het bepalen van de hoogte van de indicator kijkt ABN AMRO naar een drietal aspecten te weten milieu, sociale omstandigheden en corporate governance.
Bij milieuaspecten let ABN AMRO onder meer op de impact van de dagelijkse bedrijfsvoering op het milieu en het gebruik van grondstoffen. Bij sociale omstandigheden gaat het erom hoe een bedrijf omgaat met verschillende stakeholders, zoals werknemers, klanten of de lokale gemeenschappen waarin bedrijven opereren. Corporate governance heeft voornamelijk betrekking op goed ondernemingsbestuur.
ABN AMRO zelf scoort boven het gemiddelde van de sector, maar ook concurrent en naar verwachting binnenkort deels moederbedrijf Fortis heeft een bovengemiddelde score. ING scoort zelfs een ‘zeer bovengemiddeld.’ Uitzender Vedior is voor een uitzender minder duurzaam en scoort lager dan gemiddeld. Uitgever Elsevier presteert juist zeer goed met een ‘zeer bovengemiddeld.’