De impact die bedrijven hebben op biodiversiteit en natuurlijk kapitaal wordt steeds belangrijker gevonden. Daarom heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzoek laten uitvoeren door Rob van Tulder, professor International Business-Society Management aan Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en onderzoeker Christiaan Hendriks naar de status van Nederlandse bedrijven op dit gebied. Zij analyseerden hiervoor de publiek beschikbare jaarverslagen van 38 bedrijven met een grote impact op biodiversiteit en natuurlijk kapitaal. Op basis hiervan zijn de bedrijven ingedeeld en geanalyseerd. De onderzoekers vonden een duidelijk onderscheid tussen koplopers, volgers, achterblijvers en stilstaande bedrijven. Het grootste deel van de onderzochte bedrijven vertoont een relatief defensieve houding op dit onderwerp. Voor Nederlandse bedrijven is er nog veel vooruitgang te boeken als de juiste stimulansen met gericht overheidsbeleid worden gegeven.
Biodiversiteit en natuurlijk kapitaal (B&NK) staan bij veel bedrijven pas sinds kort als belangrijk thema op de agenda en daardoor is nog veel onduidelijk over de verscheidenheid aan strategische mogelijkheden die bedrijven tot hun beschikking hebben. Reactieve motieven prevaleren en als er al een intentie van een meer actieve benadering van B&KN is, dan blijkt dit vooralsnog lastig te integreren in een coherent bedrijfsmodel.
Professor Rob van Tulder licht toe: “De thema’s B&NK staan bij de meeste ondernemingen nog in de kinderschoenen. Dit geldt zelfs voor ondernemingen die hier actief op in willen zetten. Om de transitie waar de Nederlandse Rijksoverheid naar streeft te realiseren, was er inzicht nodig in de manier waarop ondernemingen hun motivatie voor B&NK in hun bedrijfsmodellen kunnen integreren en ook in de daarbij horende barrières. De problemen die ook onlangs door de commissie Remkes geconstateerd zijn bij het adequaat aanpakken van de stikstofproblematiek in Nederland is een duidelijk voorbeeld van waar bedrijven zullen moeten innoveren, in plaats van doorgaan met de conventionele bedrijfsvoering die op systeemniveau niet meer houdbaar is.”
Koplopers
Er blijken koplopers te zijn waar niet alleen de intentie aanwezig is tot betere integratie van B&NK in hun handelen maar waar ook interessante stappen in de richting van realisatie zijn gezet en waar dit is doorgevoerd in het gehele businessmodel. Er zijn ook initiatieven die nog vrij geïsoleerd zijn, vooral omdat deze niet geïntegreerd zijn in het bedrijfsmodel.
Het onderzoek bouwt voort op een algemene taxonomie waarbij de relatie tussen bedrijfsmodellen en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO/CSR) in kaart kan worden gebracht (Van Tulder, 2018). Deze taxonomie onderscheidt vier bedrijfskundige archetypen: inactief, reactief, actief en proactief. Deze archetypen vertegenwoordigen twee relevante dimensies van de bedrijfsvoering en de motivatie van ondernemingen. Enerzijds is van belang door welk type stimuli een bedrijf gemotiveerd wordt om aandacht te besteden aan een breder maatschappelijk thema: intrinsiek (vanuit het eigen businessmodel) of extrinsiek (vanuit maatschappelijke druk). Anderzijds is van belang hoe een bedrijf aankijkt tegen het maatschappelijke thema: als aansprakelijkheidsrisico waarvoor men tactische maatregelen moet nemen of als verantwoordelijkheid en kans waarover het bedrijf strategischer moet nadenken en in partnerschappen met anderen actie kan ondernemen.
Achterstand in bedrijfsvoering
Dit model is vervolgens toegepast op 38 Nederlandse bedrijven uit sectoren met een relatief hoge impact op B&NK, zoals chemie, bouw en voedsel. De resultaten van deze analyse laten zien dat bedrijven in Nederland voornamelijk als reactief getypeerd kunnen worden.
Het beeld is echter diffuus als je naar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering kijkt. Voor wat betreft de accounting praktijk is bijvoorbeeld sprake van een forse achterstand bij het operationeel maken van B&NK modellen. Koploper in het agro-food cluster is Eosta, en ook ondernemingen als Unilever, Nutreco, en Royal Wessanen hebben interessante initiatieven genomen in zowel hun ketenbenadering als hun partnerschappenstrategie. In de financiële sector hebben vooral ASN Bank en Triodos Bank actievere strategieën omarmd.
Motieven van bedrijven
Mark van Oorschot, onderzoeker biodiversiteitsbeleid bij het PBL is geïnteresseerd in de verschillende motieven van bedrijven: “De overheid verwacht van bedrijven dat zij biodiversiteit een centralere plek geven in hun bedrijfsvoering, en daarmee bijdragen aan de transitie naar een groene economie. Dat stimuleert de overheid met onder andere kennisplatforms en Green Deals. Met dit faciliterend beleid wordt vermoedelijk maar een beperkte groep al gemotiveerde bedrijven bereikt. Meer inzicht in drijfveren van bedrijven uit verschillende sectoren is nodig om de aanpak van de overheid te verbreden, en juist ook achterblijvers mee te krijgen. De inzichten uit dit onderzoek nemen we daarom mee in de policy brief die het PBL nu maakt. Deze wordt gepubliceerd in de aanloop naar de volgende grote Biodiversiteitsconventie in 2020 in China, waar de rol van het bedrijfsleven op de agenda staat.”
Over dit onderzoek en de onderzoekers
Het onderzoek is in 2018 uitgevoerd in opdracht van het PBL door Christiaan Hendriks MSc en professor Rob van Tulder als onderdeel van een groter – mede door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gefinancierd onderzoek naar ‘Duurzame bedrijfsmodellen’. De belangrijkste uitdaging van dit onderzoek was om een bedrijfskundige taxonomie, een vorm van classificatie, te ontwikkelen die het mogelijk maakt de inzet van ondernemingen op het gebied van B&NK in kaart te brengen en ook strategisch te begrijpen.
Rob van Tulder is professor bij de vakgroep Business-Society Management en het Partnerships Resource Centre aan RSM. Deze zijn leidend in de wereld op het terrein van corporate responsibility en duurzaamheid.