Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) heeft in kaart gebracht welke samenhangende aanpak nodig is om de voedselketen meer circulair te maken. De policy brief Voedsel voor de circulaire economie onderscheidt 3 aangrijpingspunten: duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, beperken van voedselverspilling en optimaliseren van het gebruik van reststromen.
De noodzaak van een meer circulaire voedselketen neemt toe met de toenemende consumptie en een groeiende wereldbevolking. In een circulaire voedselketen worden grondstoffen optimaal gebruikt. Dat wil zeggen: ze worden steeds opnieuw gebruikt in een toepassing met de hoogste waarde voor de economie en de minste schade voor het milieu.
Een circulair voedselsysteem stelt hoge eisen aan landbouw, milieu, handel, groene groei, (top)sectoren en innovatie. Een meer integrale aanpak is noodzakelijk. Deze policy brief levert nieuwe input voor het rijksbrede programma circulaire economie en de voortgangsrapportage van de Voedselagenda.
Beheer en gebruik hulpbronnen optimaliseren
Een primair aangrijpingspunt voor het meer circulair maken van de voedselketen is een zodanig beheer van natuurlijke hulpbronnen, dat we ook naar de toekomst toe in onze behoefte aan voedsel, energie en materialen kunnen blijven voorzien. Gebrekkig beheer leidt momenteel nog teveel tot degradatie, verontreiniging en uitputting van hulpbronnen, waardoor bijvoorbeeld de bodemvruchtbaarheid vermindert.
Om genoeg grondstoffen te kunnen blijven produceren voor voedsel, medicijnen en biobrandstoffen, moeten we efficiënter omgaan met zowel de hulpbronnen als de schaarsere ruimte in Nederland. Hierbij kan worden ingezet op goed bodem- en waterbeheer.
Voedselverspilling voorkomen
Nog steeds gaat een derde van het wereldwijd geproduceerde voedsel verloren, zowel bij verwerking en opslag als bij de verbruikers. Ook in Nederland wordt nog veel voedsel verspild, zowel bij mensen thuis als bij bedrijven. Nederlanders eten bijvoorbeeld steeds meer en vaker sterk bewerkt voedsel, zoals snacks en magnetronmaaltijden, waardoor er bij bedrijven meer reststromen van eetbaar voedsel ontstaan.
Minder voedselverspilling kan, maar het is dan wel van belang dat consumenten worden aangezet tot meer ‘voedselbewust’ gedrag en dat bedrijven transparanter zijn over hun reststromen. Daartoe is van belang dat onnodige belemmerende regelgeving wordt weggenomen en samenwerking tussen bedrijven wordt gestimuleerd zodat ze elkaars reststromen gaan gebruiken.
Hoogwaardiger gebruik van reststromen bevorderen
Veel reststromen van voedsel worden momenteel gebruikt als veevoer of ze worden vergist voor energieproductie. Dat zijn zonder meer stappen naar een circulaire economie. Maar het kan beter. Vergisting van reststromen wordt bijvoorbeeld gesubsidieerd door de overheid als onderdeel van het energiebeleid. Maar deze reststromen zijn vaak eerder in de keten hoogwaardiger te gebruiken als voedsel, veevoer of grondstof voor bioraffinage. Zo kunnen dozen worden gemaakt van tomatenstengels.
Het is zaak de meeste hoogwaardige inzet van grondstoffen, door de hele keten heen, te stimuleren.