“Voer een koolstofvergoeding in voor producten en diensten, dan verdwijnt het concurrentievoordeel dat vervuilende bedrijven nu hebben en wordt het aantrekkelijk om nieuwe, CO2arme producten op de markt te brengen.” Dat pleidooi hield Frans Rooijers, directeur van CE Delft tijdens de viering van het 40-jarig bestaan van het milieuadviesbureau op 1 november 2018 in Den Haag. Hij presenteerde het rapport “Compensation External Costs (Vergoeding Externe Kosten VEK)” tijdens die bijeenkomst.
Kern van de CO2 vergoeding is dat het een eerlijke concurrentie bevordert voor binnenlandse en buitenlandse bedrijven die producten en diensten verkopen in Nederland. Het prijsverschil tussen duurzame koplopers en goedkope CO2-intensieve bedrijven wordt kleiner en bedrijven kunnen hun winstgevendheid vergroten door CO2-arme producten te ontwikkelen en te verkopen.
Het idee van een Vergoeding Externe Kosten is door CE Delft doorgerekend op effecten voor bedrijven, overheid, consument en belastingbetaler. De invoer van een CO2vergoeding kan gekoppeld worden aan lastenverlichting op bijvoorbeeld arbeid, zodat bedrijven en consumenten gecompenseerd worden voor de kostenstijging.
Al in 1978 hebben de oprichters van CE Delft nagedacht over een betere manier om de milieuschade die wordt veroorzaakt door consumptie, in de prijs van een product tot uiting te laten komen in plaats van deze schade af te wentelen op anderen, zoals de belastingbetaler in Nederland of de bewoners van landen waar de schade wordt aangericht. Omdat de CO2 vergoeding op het product zit, betaalt de vervuiler voor de kosten die zijn consumptie veroorzaakt en ontstaat een prijsprikkel voor CO2-armere producten.