Het verzwaren van de reductiedoelstelling van 20 naar 30 procent betekent dat internationaal opererende bedrijven gedwongen worden om ongeveer 50 procent méér CO2-reductie te realiseren dan een jaar geleden werd afgesproken. Dat gaat ten koste van de concurrentiepositie van deze bedrijven én zal de groei van de Europese economie belemmeren. Vooral in Nederland komt de klap extra hard aan, omdat hier relatief veel toonaangevende energie-intensieve industrie is die zijn geld verdient met export.
Het is een misvatting dat investeringen in energiebesparing, CO2-reductie en duurzame energie als gevolg van de crisis goedkoper zijn geworden, zoals Hedegaard de Europese Commissie voorrekent. Integendeel: de financieringslasten zijn toegenomen, terwijl tegelijkertijd ook de ruimte om te investeren is verminderd.
De aandacht zou nu juist moeten gaan naar het stimuleren van innovatie, zodat het bedrijfsleven in Nederland, maar ook elders in Europa, in een versneld tempo met nieuwe en concurrerende technologie de klimaatproblemen in en buiten Europa efficiënt kan aanpakken. Zo kan het klimaat een economische kans worden.