In deze blogreeks geven 2BHonest experts hun visie over interessante topics die ze in de praktijk tegenkomen als duurzaamheidsconsultant. In dit artikel gaat Romeo Kaptijn in op de kansen en risico’s van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) voor bedrijven.
Sinds de definitieve bekendmaking van de CSRD zijn er verschillende geluiden over de waarde van deze nieuwe rapportagestandaard. Eén daarvan is “oude wijn in nieuwe zakken”, waarbij de valkuilen van vorige standaarden worden aangehaald. Hoe kijk jij hiernaar?
In de markt zijn er inderdaad verschillende standpunten over de CSRD en hoe hiermee moet worden omgegaan. Dit zijn grofweg twee stromen. Enerzijds zien we bedrijven die inzicht willen krijgen in de mate waarin ze voldoen aan CSRD vereisten, waarbij ‘stoplichttools’ nuttig zijn. Anderzijds zien we bedrijven die uitgebreide werkgroepen oprichten om, zo ver als dat mogelijk is, CSRD-proof te worden. In die zin zien we gelijkenissen met andere standaarden zoals GRI, SASB of IIRC, waarbij er veel tijd werd besteed aan interpretatie, in plaats van daadwerkelijke duurzame actie.
Wat is jouw visie op de rol van ‘de accountant’ in dit debat?
Doordat opgegeven informatie gecontroleerd gaat worden, groeit het gevoel van urgentie op verschillende niveaus en binnen diverse afdelingen van bedrijven. Hierdoor is het niet meer de duurzaamheidsmanager die het belang van transparantie moet benadrukken, maar is de CFO nu vaak de aanjager. Dit beschouw ik als positief, zeker wanneer je kijkt naar het op gang brengen van een algehele verduurzaming van het bedrijfsleven. Desondanks zien we nog geregeld dat de focus op rapportage alles overschaduwt.
“Uiteindelijk willen we onze klanten challengen op de inhoud van de CSRD, en niet op het voldoen aan alle vereisten”
Wat zijn de risico’s van een extreme focus op rapportage?
Het feit dat er een accountantscontrole overheen komt en onderdeel uitmaakt van het bestuursverslag zorgt voor de nodige bezorgdheid bij rapporterende bedrijven. Hoewel de CSRD bedrijven stimuleert om over de lange termijn na te denken, is het nu de rapportageverplichting op korte termijn die de aandacht opeist. Bedrijven, soms aangemoedigd door adviesbedrijven, willen op korte termijn het proces van een gap analyse doorlopen om zo snel mogelijk gaten op te vullen. Het doel is immers door de accountantscheck te komen. Het jammerlijke gevolg is dat er te weinig stil wordt gestaan bij de inhoud. Zodoende gaan er veel meer resources naar rapportage dan bijvoorbeeld naar strategie en uitvoering.
Accountancykantoren lijken hiermee een flinke vinger in de pap hebben en voor onrust te zorgen bij rapporterende bedrijven. In hoeverre is de accountant de boeman?
Het is zeker niet zo dat de accountant hiervoor als verantwoordelijk kan worden gezien, bedrijven moeten ook kritisch zijn. Indien er twijfels bestaan over relevantie van gevraagde informatie is het aan henzelf om met accountants in gesprek te gaan en gezond tegenwicht te geven waar nodig. Want ondanks de uitgebreidheid van de CSRD, biedt de richtlijn echt wel ruimte voor interpretatie en daarmee discussie. Daarnaast biedt de CSRD voor bedrijven een transparant podium om zich te differentiëren, dankzij haar vergelijkbaarheid tussen duurzaamheidsverslagen. Dit moet alleen wel gebeuren op basis van de inhoud van strategie, beleid, doelen en acties, en niet op hoe uitgebreid deze beschreven worden.
Wat is de visie en aanpak van 2BHonest in dit verhaal?
Als advieskantoor zijn wij van mening dat we een belangrijke rol kunnen spelen tussen bedrijven en accountants in. Zelf voeren we ook CSRD gap analyses uit, maar onze intentie is altijd om actief betrokken te blijven in het proces daarna. Want het identificeren van gaten is één, maar deze met waardevolle inhoud vullen voor de lange termijn is een tweede. Daarbij heb ik het gevoel dat sommige bedrijven die steun ook écht wel nodig hebben. Met name partijen die nog niet heel veel op poten hebben staan op het gebied van duurzaamheid. Als je onvoldoende hebt nagedacht over waar je op wilt (en moet) focussen, ga je beleidsstukken, actieplannen en doelen opstellen die op niks gegrond zijn. Ook wel bekend als het ‘shit in, shit out’ principe. Uiteindelijk willen we onze klanten challengen op de inhoud, en niet op het (uitgebreid) voldoen aan alle vereisten.