Ondernemingen verliezen volgens haar, ook wanneer zij maatschappelijk verantwoord ondernemen, het eigenbelang niet uit het oog. Juist daarom vraagt het publieke belang dat bij de toepassing van het kartelverbod het mededingingsbelang niet opzij wordt gezet voor andere algemene belangen die ondernemingen aan de hand van mededingingsbeperkende afspraken claimen na te streven. Bovendien biedt het kartelverbod ruimte voor ‘groene’ afspraken, mits deze gericht zijn op een verbetering van de consumentenwelvaart.
Om te laten zien hoe het begrip mededingingsbeperking in al zijn facetten functioneert, presenteert Loozen een beslismodel waarbij dit centrale model volgens zijn economische grondslag wordt uitgelegd. Dit laatste betekent dat een vermindering van de consumentenwelvaart maatgevend wordt geacht voor de toepassing van het kartelverbod. Zo voorziet het in een lacune omdat het begrip mededingingsbeperking vooralsnog niet eenduidig werd geïnterpreteerd.
Mw. E.M.H. Loozen: Het begrip mededingingsbeperking zoals neergelegd in artikel 101(1) VWEU: een beslismodel.
Promotor is dhr. prof. dr. F.O.W. Vogelaar.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.