De komende jaren treft het kabinet tal van maatregelen om zuiniger en innovatiever om te gaan met grondstoffen en producten. Kleding moet veel vaker worden hergebruikt of gerecycled. Ook de bouw moet meer gaan hergebruiken. En elektronische apparaten moeten langer kunnen meegaan. Alleen met meer ambitie, heldere regels en circulair ondernemerschap blijft het doel om in 2050 een economie nagenoeg zonder afval te hebben haalbaar. Daarnaast is ook een omslag in het denken nodig. Dat stelt staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Zij stuurt het Nationaal Programma Circulaire Economie mede namens de ministers van EZK, LNV en de ministers voor BHOS, KenE en VRO naar de Tweede Kamer.
Staatssecretaris Heijnen: “Het roer moet om. We moeten echt anders gaan kijken naar hoe we omgaan met de beperkte grondstoffen die er zijn. We zijn te veel gewend aan consumptie van spullen en dat levert gigantisch veel afval op, en put de aarde uit. Ik houd normaal niet zo van heel grote woorden, maar hergebruik van grondstoffen en producten is de enige manier om de aarde leefbaar te houden. Ook voor de generaties na ons. Als we zo doorgaan hebben we straks de grondstoffen van drie wereldbollen nodig, en we hebben er maar een. Dat is onhoudbaar. Er is vaak aandacht voor het percentage economische groei. Ik vind dat we daarbij breder moeten kijken en ook aandacht moeten hebben voor hoe circulair onze economie is. Niet alleen voor de leefbaarheid van onze planeet, maar ook voor een toekomstbestendige economie.”
Circulaire economie gaat niet vanzelf
In een circulaire economie worden spullen die nu nog als afval worden gezien, hergebruikt. Dat zorgt ervoor dat we minder grondstoffen uit de aarde nodig hebben. Zeker als je bedenkt dat er in 2050 naar schatting tien miljard mensen op de aarde leven, is dat geen luxe maar noodzaak. Daarom wil het kabinet dat de economie in 2050 volledig circulair is. Dat gaat niet vanzelf. Vorige week concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving nog dat we niet op koers liggen, en dat nieuwe maatregelen nodig zijn. Er zijn inspanningen nodig op alle niveaus: overheden, producenten en consumenten.
Nieuwe maatregelen
In het Nationaal Programma Circulaire Economie presenteert staatssecretaris Heijnen een aantal maatregelen om Nederland op koers te krijgen. Diverse sectoren die veel vervuiling met zich meebrengen moeten verplicht minder afval gaan produceren. De bouw is daar een voorbeeld van. Een aanzienlijk deel van de grondstoffen die jaarlijks gebruikt worden, komen voor rekening van de bouw. Er zijn tal van mogelijkheden. Zo kunnen brugonderdelen een tweede leven krijgen, kan beton gerecycled worden en kunnen veel meer duurzame materialen als stro, lisdodde en hout gebruikt worden in de woningbouw.
Hetzelfde geldt voor kleding. De productie van nieuwe kleding brengt veel vervuiling met zich mee. Daar moeten we ons beter bewust van zijn, ook in de keuzes die we hier zelf in maken. Wat koop ik wel en wat koop ik niet? En kan het ook anders? Een vintage jas kopen, of een broek die circulair gemaakt is? Vanaf 2025 moet 50% van al het textiel na afdanking worden hergebruikt of gerecycled. Daar worden producenten voor verantwoordelijk.
Ook elektronica moet langer meegaan, dat wordt nu te vaak snel weggegooid. Als bij het ontwerp meer rekening wordt gehouden met de mogelijkheid tot repareren, scheelt dat een enorme berg afval. Op EU-niveau wordt gewerkt aan Europese regelgeving om het repareren van producten voor bedrijven en consumenten op een efficiënte manier te stimuleren.
Maar er is ook een grote rol weggelegd voor bedrijven en inwoners van Nederland. Daarom zijn er subsidie- en fiscale regelingen en worden mensen actief betrokken. De overheid gaat ermee aan de slag om een omgeving te creëren waarin het voor bedrijven en burgers logisch, makkelijk en eerlijk wordt om te kiezen voor duurzame, circulaire producten. Zo komen er voor consumenten ook steeds meer kansen om te kiezen voor circulaire opties.
Een laatste concreet punt is dat Nederlandse overheden veel meer circulair gaan inkopen. Doordat dergelijke grote spelers dat doen, groeit de markt en loont het voor bedrijven om te investeren in circulair werken.
Afspraken over circulair ondernemen
Staatssecretaris Heijnen wil de komende jaren niet alleen nieuwe regels invoeren, maar ook met tal van bedrijven en organisaties afspraken maken om meer circulair te werken. De markt voor circulair groeit, alleen al de afgelopen twee jaar kwamen er 30.000 nieuwe circulaire bedrijven in ons land bij. Nederlandse bedrijven verdienen wereldwijd veel geld met circulaire oplossingen. Deze kansen moeten we benutten zodat Nederland ook op dit gebied koploper wordt. Op 6 februari vindt de Nationale Conferentie Circulaire Economie 2023 plaats. Heijnen gaat daar en op andere momenten afspraken maken met bedrijven, werkgeversorganisaties, financiële en kennisinstellingen, vakbonden, maatschappelijke organisaties en medeoverheden over de bijdrage die zij kunnen leveren aan het realiseren van de doelen.
Kabinetsbreed en in Europa aan de slag
De overgang naar een circulaire economie heeft veel raakvlakken met andere transities, zoals de klimaat- en energietransitie, de woningbouwopgave en de transitie in het landelijk gebied, maar ook in de zorg, sport, logistiek en mobiliteit. Daarom werken veel ministeries eraan mee. Ook Europa heeft een belangrijke rol, want Nederland kan dit niet alleen. Eerder zette Nederland zich bijvoorbeeld met succes in voor ambitieuzer Europees beleid tegen wegwerpplastic.
Bovendien wordt internationale samenwerking geïntensiveerd. Versnelde transitie kan Nederland niet alleen doen.