In het kort geding vecht DE niet een mogelijke keuze voor het fair trade keurmerk aan. ‘Een gemeente is vrij om die keuze te maken’. De uitsluiting van andere keurmerken is volgens DE echter in strijd met de regels voor Europese aanbesteding door overheden. Bovendien wordt de inspanning van DE om bij te dragen aan de verduurzaming van de koffie- en theesector hierdoor miskent. Volgens Solidaridad is de coherentie tussen het landelijke beleid en het beleid van lagere overheden aan de orde. In het landelijke beleid is ruimte geschapen voor de erkenning van vier keurmerken. EKO voor biologische producten, Max Havelaar voor fair trade producten en Utz Certified en Rainforest Alliance voor duurzame producten.
Nico Roozen, directeur van Solidaridad, zal tijdens het kort geding pleiten voor de erkenning van meerdere initiatieven omdat ‘dat de enige mogelijkheid is om het proces van verduurzaming van de hele koffie- en theesector verder te brengen’. Als oprichter van Max Havelaar vindt Roozen het jammer dat Max Havelaar de bijdrage van de andere keurmerken onderwaardeert en niet kiest voor een bredere aanpak en samenwerking. “Max Havelaar heeft twintig jaar een voortrekkersrol kunnen spelen. Met een marktaandeel van rond de twee procent is er een eerste bescheiden resultaat; misschien is de eerste twee procent het moeilijkst. Er dienen zich nu nieuwe modellen aan die ondersteund worden door sterke spelers in de markt. In een verbreed speelveld zal Max Havelaar een nieuwe rol moeten pakken. Maar een denken in termen van ‘Max Havelaar is het betere model’ en ‘exclusiviteit’ past daar niet bij’, aldus Roozen.