In het akkoord heeft het georganiseerde bedrijfsleven met de Nederlandse overheid afgesproken zich vergaand te zullen inspannen om de Nederlandse economie te verduurzamen, onder de voorwaarde dat de overheid de concurrentiepositie van het bedrijfsleven beschermt. Daarbij moeten innovaties (die ook geëxporteerd kunnen worden) de motor zijn om van verduurzaming een economisch succes te maken.
Terwijl ‘Kopenhagen’ het gelijke internationale speelveld nog niet biedt, moet niettemin het Duurzaamheidsakkoord met deze innovatieaanpak worden voortgezet. De ondernemingsorganisaties verwachten van de Nederlandse overheid nu wel langs andere wegen een goede borging voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven.
Alleen dan is de in het Duurzaamheidsakkoord opgenomen Europese doelstelling van 20% minder uitstoot van CO2 in 2020 ook in Nederland te realiseren.