Wereldwijd is er een grote en toenemende behoefte aan informatie over klimaatverandering en energietransitie, milieukwaliteit en circulariteit, natuur en biodiversiteit. Dit zijn de drie grote thema’s van de Green Deal. Daarin zijn afspraken gemaakt op nationaal en Europees niveau over de verduurzaming op diverse terreinen. Het is de taak van het CBS om de maatschappij – beleid, praktijk en wetenschap – daarin zo goed mogelijk te ondersteunen met onafhankelijke, samenhangende en officiële cijfers. Maar dat kan het CBS niet alleen. Daarom is het de samenwerking aangegaan met een groot aantal externe partijen, waaronder het KNMI.
Samenwerking
‘Het is onze ambitie om die cijfers over de Green Deal proactief en in nauwe samenwerking met onze stakeholders en kennisinstellingen boven tafel te krijgen. Daartoe zijn we met hen in gesprek, met name om scherper te krijgen aan welke informatie alle partijen behoefte hebben.’ Aan het woord is Angelique Berg, Directeur-Generaal van het CBS. ‘Er is al veel informatie, maar er zijn ook nog witte vlekken en soms is de informatie versnipperd. Wat wij willen is de statistische informatie over de Green Deal beter toegankelijk maken, zowel voor de experts als het brede publiek. Daarbij is het belangrijk die informatie in samenhang te publiceren. Zo willen we bijvoorbeeld met betrekking tot het thema klimaatverandering en energietransitie naast de CO2-emissies ook indicatoren opnemen over belangrijke veranderingen in temperatuur en het weer, de impact daarvan op mens en maatschappij en de maatregelen van overheden, bedrijven en personen om hier verandering in aan te brengen.’
Afstemming en harmonisatie
Thom Werkhoven is projectleider van de Green Deal bij het CBS. ‘Om efficiënt en snel in te kunnen spelen op de informatiebehoefte van de diverse partijen gaan we bekijken of we door het combineren van reeds bestaande data binnen het CBS relevante Green Deal indicatoren kunnen samenstellen of bepaalde vragen over de Green Deal slim kunnen laten ‘meeliften’ met enquêtes die er op dit moment al zijn.’ Werkhoven benadrukt dat het CBS het belangrijk vindt om hierbij samen te werken met allerlei partijen, zowel nationaal als internationaal. ‘Op nationaal niveau zijn onze partners overheden, de wetenschap, financiële instellingen en het bedrijfsleven. In Europees verband werken we met diverse statistische bureaus samen en het Europese statistiekbureau Eurostat. Dat geldt eveneens voor de VN, het IMF en de OECD. Verder nemen we ook het burgerperspectief in ogenschouw.’ Een belangrijke uitdaging bij dit alles is volgens Werkhoven om de verschillende programma’s nationaal en internationaal zo goed mogelijk in elkaar te laten grijpen. ‘Daarom participeert het CBS in diverse gremia en maken we ons sterk voor afstemming en harmonisatie.’
Krachtige autoriteit
Een belangrijke samenwerkingspartner voor het CBS is het KNMI. Berg: ‘Het CBS ziet het KNMI als een krachtige autoriteit op het gebied van klimaat en weer. Wij hebben vooral gegevens over mens en maatschappij en milieu en natuur. In onze ogen vullen beide organisaties elkaar goed aan qua informatie. Het CBS ziet dan ook veel kansen voor verdere intensieve samenwerking met het KNMI en is verheugd over de afspraak om data te delen en deze op te nemen in het Green Deal dashboard.’ Prof. dr. Gerard van der Steenhoven, hoofddirecteur van het KNMI bevestigt dat: ‘Bij de ontwikkeling van het klimaatdashboard van het CBS is een nauwere samenwerking ontstaan. Ook het KNMI heeft een klimaatdashboard. Het is interessant om samen de ontwikkeling van die dashboards te bespreken. Het combineren van data kan leiden tot nieuwe inzichten. Het KNMI richt zich met name op data over het weer en het klimaat, maar het toevoegen van bijvoorbeeld economische en gezondheidsperspectieven is noodzakelijk om de systeemtransities in gang te zetten die nodig zijn om de duurzaamheidsdoelen te halen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd.’
Europese klimaatdata
Van der Steenhoven refereert aan het Europese onderzoeksprogramma Copernicus. ‘Dat is een initiatief waarin zeer grote datasets op het gebied van weer en klimaat tot stand worden gebracht. Ook deze datasets zouden nuttig kunnen zijn voor het CBS. Ik ga graag in gesprek over welke kansen dat biedt.’ Sterk aan de aanpak van het CBS is volgens hem de focus op de duurzame ontwikkelingsdoelen, de zogenaamde Sustainable Development Goals: ‘Ik vind het heel belangrijk dat die doelen meer aandacht krijgen in Nederland. Alleen het CBS kan de SDG’s op zo’n integrale en gezaghebbende manier in kaart brengen. Ook dat draagt bij aan het duurzaamheidsbewustzijn van burgers en beleidsmakers.’
Systeemtransitie
In Nederland wordt veel hoogwaardig onderzoek gedaan: naar kantelpunten in het klimaat, naar het gebruik van batterijen, naar hoe je een circulaire economie opzet, etc. Van der Steenhoven: ‘Maar als je naar een 100 procent duurzame samenleving wil, dan moet je op systeemniveau naar de vereiste transities kijken. Neem de manier waarop we onze grond gebruiken: daar komen verschillende belangen samen. De overgang naar een meer plantaardige landbouw, de behoefte aan meer woningen en aan meer duurzame energiebronnen leggen allemaal druk op datzelfde stukje land. Om zulk potentieel aan strijdige belangen met elkaar in overeenstemming te brengen is een integrale benadering nodig, waarbij ook de lokale bevolking betrokken moet worden. Voor het onderzoek naar zo’n systeemtransitie heb je daarom klimaatwetenschappers, statistici, sociologen, beleidsmakers en deskundigen nodig op het gebied van gezondheid.’ Het opzetten van zo’n samenwerking is lastig, erkent de KNMI-hoofddirecteur: ‘Daarom is het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN) opgericht. Daarin brengen we verschillende wetenschappelijke gebieden samen, en betrekken we ook lokale stakeholders. Kennisinstellingen als het CBS en het KNMI zijn daar cruciaal bij.’
Klimaatbewustzijn
Het KNMI heeft eigen ambities als het gaat om klimaatdoelen. Van der Steenhoven: ‘Wij hebben concrete groene doelen gesteld voor onszelf. Zo hebben we met 30 andere Europese publieke weerdiensten afspraken gemaakt over CO2-reductie, onder andere door elkaar meer online te ontmoeten. Veel impact heeft ook het door het KNMI geïnitieerde plan voor een supercomputer in IJsland, waar naast Nederland ook Denemarken, Ierland en IJsland vanaf de zomer gebruik van gaan maken. Die computer is veel krachtiger dan de huidige computer en draait op 100 procent groene energie. Verder spelen we een actieve rol bij het klimaatbewustzijn van Nederland. Een belangrijk onderdeel van ons werk is de media van informatie voorzien en inzichten te delen via lezingen en klimaatberichten op onze website. Zo verhogen we het klimaatbewustzijn in de samenleving.’