Kantoorgebouwen die aantoonbaar voldoen aan Environmental, Social & Governance (ESG)-normen hebben gemiddeld genomen een hogere huur, ongeacht in welk jaar ze zijn gebouwd of waar ze gelegen zijn, blijkt uit nieuw onderzoek van de wereldwijde vastgoedadviseur CBRE. Gemiddeld gezien wordt er in Europa 5,5% meer huur betaald voor deze kantoorgebouwen, in Nederland verschilt deze hogere huur tussen de vier grote steden. In Amsterdam ligt deze het hoogst met 6,1% en in Utrecht het laagst met een 0,6%.
Uit de analyse blijkt dat zowel oude als recent opgeleverde gebouwen die gecertificeerd zijn op basis van hoge duurzaamheidsnormen een hogere huur kunnen vragen dan gebouwen zonder certificering.
Volgens CBRE kunnen de hogere huren voor duurzame gebouwen worden toegeschreven aan een verlaging van de milieubelasting, lagere operationele en onderhoudskosten en een aantrekkelijker profiel voor huurders die waarde hechten aan de reputatie van hun bedrijf en aan duurzaamheidsdoelstellingen. Daarnaast bieden duurzame gebouwen gebruikers meer comfort en welzijn, en zorgen ze voor een hogere productiviteit. Deze ontwikkeling wordt nog eens versneld door wet- en regelgeving die gebruikers steeds meer verplicht om verslag te doen van niet-financiële prestaties, zoals ESG-maatstaven.
Nederland
In Amsterdam zijn met afstand, ten opzichte van de vier andere grote steden, de meeste kantoren gecertificeerd (46%). Meer en meer eigenaren kiezen er voor om hun kantoor te laten certificeren. In 2019 had nog slechts 22% van de Amsterdamse kantorenvoorraad een certificaat. In de andere steden ligt het certificeringsniveau lager. In Rotterdam, Den Haag en Utrecht is inmiddels 20 tot 30% gecertificeerd, terwijl Eindhoven achterblijft met 12% van het kantoorvolume.
Net als in de andere Europese steden worden in de vier grote steden van ons land gemiddeld hogere huren gerealiseerd voor gecertificeerde kantoren, ongeacht bouwjaar of locatie. In Amsterdam is dit verschil het grootst met 6,1%, gevolgd door Den Haag met 5,65%, vergelijkbaar met het gemiddelde in Europa. In Rotterdam en Utrecht is dit verschil kleiner met 2,3% en 0,6%.
Dat ligt voornamelijk aan de huurdersmix in de verschillende steden. In Amsterdam zijn veel internationale corporate bedrijven die veelal vanuit hun bredere ESG-strategie kiezen voor een kantoor die hierbij past. In Den Haag bestaat de kantorenvraag in grote mate uit overheidsinstanties die juist kiezen voor een bewezen duurzaam gebouw die past binnen de voorbeeldfunctie die de overheid heeft op dit gebied.
“Als we willen dat de commerciële vastgoedsector duurzaamheid hoger op de agenda zet, moet de businesscase van duurzame gebouwen duidelijk zijn. Uit ons onderzoek blijkt een significante correlatie tussen duurzaamheidscertificeringen en de marktwaarde van de gebouwen – dus er is absoluut een economische prikkel.” – Tim Habraken, Director Sustainability & ESG
Europa
Van de 18 markten en 38 steden die zijn onderzocht, lag het aandeel van gecertificeerde, duurzame kantoren medio 2022 op 20%, tegenover 14% in 2019. De verhuuractiviteiten volgen deze trend; gebruikers tekenen steeds vaker huurcontracten voor kantoren in gecertifieerde gebouwen.
De commerciële vastgoedsector erkent het feit dat duurzame gebouwen een essentiële rol spelen in de transitie naar een koolstofarme economie en het beheren van potentiële risico’s. In veel Europese markten ligt het aandeel duurzaamheidscertificeringen echter nog lang niet op een significant niveau. Zo ligt het aantal gecertificeerde kantoren in veel steden in Duitsland nog steeds onder de 10%. In veel Oost-Europese steden zoals Boekarest en Warschau heeft wel ruim 50% van de totale voorraad een certificering.