‘Stop Kinderarbeid’ is geïnspireerd door het overzicht dat het Amerikaanse Ministerie van Arbeid onlangs publiceerde van 122 producten uit 58 landen die in belangrijke mate door middel van kinderarbeid of dwangarbeid worden geproduceerd. De Amerikaanse lijst brengt echter niet in kaart welke producten in welke hoeveelheden ook daadwerkelijk op de Amerikaanse markt komen. Om het nut van de lijst te verhogen zouden dat wel voor de Nederlandse of Europese markt moeten gebeuren.
Het onderzoek van het Amerikaanse Ministerie van Arbeid laat zien dat kinderarbeid vooral voorkomt in de landbouw bij de productie van o.m. katoen(zaad), suikerriet, koffie, thee, tabak, rijst en cacao. Daarnaast gaat het om de fabricage van o.m. bakstenen, kleding, tapijten, speelgoed en schoeisel en om mijnbouwproducten als goud, kolen, graniet en natuursteen. Bijna al deze producten worden ook door Nederland en andere Europese landen geïmporteerd.
Inkopen en subsidies overheid zonder kinderarbeid
De rijksoverheid heeft zich verplicht vanaf 2010 voor 100% duurzaam in te kopen, waaronder zonder kinderarbeid. Met gemeenten en provincies is een percentage van 75% afgesproken. Daarnaast wil de Tweede Kamer dat bedrijven die kinderarbeid in hun productieketen gebruiken (of andere arbeidsrechten schenden) geen subsidies meer krijgen of een tijdgebonden plan hebben om deze problemen aan te pakken. Ook heeft de regering aangekondigd dat zij landen gaat aanspreken op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (‘MVO diplomatie’) én staat het bestrijden van kinderarbeid boven aan de mensenrechtenagenda van Minister Verhagen.
Zonder concrete gegevens over waar de kinderarbeid maar ook dwangarbeid en andere schendingen van arbeidsrechten het meest voorkomen is het moeilijk om deze voornemens te realiseren.
‘Stop Kinderarbeid’ bepleit daarom dat elk jaar een gezaghebbend rapport wordt gepubliceerd waarin wordt aangegeven welke in Nederland ingevoerde producten met kinderarbeid of door schending van andere fundamentele arbeidsrechten (geen dwangarbeid, geen discriminatie op de werkplek en vakbondsvrijheid) zijn geproduceerd. Nederland zou ook aan de EU moeten voorstellen zo’n rapport voor de hele Europese Unie te maken. De huidige onderzoeksinformatie is incompleet, deels verouderd en versnipperd, waardoor het voor bedrijven, overheden en consumenten moeilijk is om te achterhalen of de producten die men wil kopen of importeren kinderarbeidvrij zijn geproduceerd.