De consumptieverschuiving naar meer plantaardige eiwitten is een belangrijk onderdeel van de eiwittransitie. “De verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet alleen bij de individuele consument en de oplossing niet alleen bij innovatieve voedingsproducten, zoals vleesvervangers,” benadrukt WUR hoogleraar Consumptie en Gezonde Leefstijl Emely de Vet. “We moeten breder kijken, naar alle factoren die ons gedrag beïnvloeden, en naar een breder palet aan oplossingen: van het stimuleren van peulvruchten tot het verkleinen van porties vlees.” Tijdens een online sessie op 5 december gaan De Vet en haar collega’s hierover in gesprek met beleidsmakers voor nieuwe perspectieven op deze ‘barrière’ in de eiwittransitie.
‘De discussie gaat al snel over de consument,’ benadrukt De Vet. ‘Maar individuele voorkeuren zijn niet de enige bepalende factor in de consumptie van vlees. De sociale groepen waar iemand deel van uitmaakt is een invloedrijke factor, maar ook het voedselaanbod: wat we kunnen kopen in de supermarkt en de openbare ruimte.’ Beleidsmakers hebben invloed op juist die factoren. Daarom gaan De Vet en haar collega’s op 5 december in gesprek met ‘de publieke sector’ in de online sessie Strategies for a consumption shift, onderdeel van de WUR-campagne ‘Eiwittransitie: van pijnpunten naar perspectief’.
Vlees niet vervangen maar minderen
Als het gaat om oplossingen in de eiwittransitie, gaat het al snel over innovatieve voedingsproducten, zoals vleesvervangers. Maar, benadrukt De Vet, de consumptie van eiwitten ligt in veel Westerse landen überhaupt al te hoog. ‘We moeten ons dus niet blindstaren op het vervangen van vlees met sterk bewerkte alternatieven. Het gaat ook om minder (vooral dierlijke) eiwitten consumeren of bijvoorbeeld peulvruchten eten.’ De Vet wijst ook op de omvang van de porties waarin vlees wordt aangeboden. ‘Wat als een eenpersoonsportie verkocht wordt, is qua grammen veel meer dan wordt aanbevolen.’
Regelgeving over de dosering van vlees kan een flinke impact hebben, zonder dat er nieuwe technologie ontwikkeld hoeft te worden. ‘Veel van zulke kleinere ingrepen in het aanbod van eiwitten hebben samen een grote invloed,’ benadrukt De Vet. Het zijn bovendien ingrepen die beleidsmakers nu al kunnen doorvoeren. ‘Naast regels over portiegroottes, kan beleid ook aansturen op een andere presentatie van het aanbod. Je kunt peulvruchten bijvoorbeeld ook naast het vleesschap uitstallen, als bron van eiwitten.’
Vlees als sociale identiteit
‘In discussies ligt de nadruk vaak sterk op de keuze tussen vlees of vegetarisch,’ legt De Vet uit. In zo’n tegenstelling zit polarisatie al ingebakken. ‘Terwijl iemand vaak deel uitmaakt van verschillende sociale groepen, elk met een andere norm ten opzicht van vlees. In Wageningen komt een student misschien in aanraking met een vegetarisch dieet, terwijl hij thuis nog altijd aardappelen, vlees en groente eet.’ Vlees maakt deel uit van sociale identiteiten. ‘Daarom kan een campagne of maatregel soms zoveel weerstand oproepen.’ Effectieve beleidsmaatregelen zijn afgestemd op de sociale factoren die de keuze voor dierlijke eiwitten sterk beïnvloeden.
Voorwaarden scheppen voor betere keuzes
‘Naast de consument zelf zijn er dus veel meer actoren betrokken bij de eiwittransitie, zoals producenten, verkopers en overheden.’ Een belangrijke vraag is daarbij ook hoe de transitie voor alle belanghebbenden interessant kan worden gemaakt. De wetenschap is afhankelijk van samenwerkingen met stakeholders. ‘Om bijvoorbeeld te kunnen onderzoeken wat het effect is van bepaalde interventies, zullen beleidsmakers zo’n ingreep ook echt moeten doen.’ Het recente verbod op vleesreclame in Haarlem is daarmee ook een mooie casus voor onderzoekers. ‘Het biedt de kans om de werking ervan te evalueren en kan meteen een bredere uitrol van een werkende maatregel informeren.’
‘De maatschappelijke context is dus heel belangrijk voor het eetgedrag van consumenten. Beleidsmakers kunnen de voorwaarden scheppen voor een verantwoorde keuze. Daarom gaan we graag met hen in gesprek,’ legt De Vet uit. ‘We doen hier veel onderzoek naar en willen onze kennis graag inzetten om beleidsmakers te helpen om de consumptie van (dierlijke) eiwitten in een breder perspectief te zien. We hopen dan ook veel beleidsmakers en andere stakeholders in de eiwittransitie te zien op 5 december.’