Nederlanders staan ervoor open om zuivel, vlees en eieren te vervangen door plantaardige alternatieven, maar uit hun gedrag blijkt dit niet altijd. Ook in dit geval is willen dus niet automatisch doen, valt uit de Agrifoodmonitor 2022 op te maken. Uit de onderzochte gedragsfactoren motivatie, capaciteit en gelegenheid blijkt dat Nederlanders vooral de capaciteit (kennis en vaardigheden) missen om met plantaardige alternatieven uit de voeten te kunnen. Ze weten bijvoorbeeld niet goed hoe ermee te koken, recepten aan te passen of een gebalanceerd dieet te volgen. Ook ervaren ze in het algemeen nog nauwelijks sociale druk uit hun omgeving om plantaardige alternatieven te eten.
Waardering sectoren: positief, maar stabiliseert
Nederlanders zijn onverminderd positief over de agri- en foodsector, maar de stijgende trend van de afgelopen jaren zet niet verder door. De tuinbouw en de akkerbouw worden het meest positief gewaardeerd, gevolgd door de melkveehouderij, de supermarkten, de visserij en de voedingsmiddelenindustrie. De pluimveehouderij en de varkenshouderij worden het minst positief gewaardeerd. Bij sommige sectoren is er een kleine daling in waardering zichtbaar, maar niet aantoonbaar. Alleen de waardering voor de supermarkten is aantoonbaar licht gedaald, al blijft die waardering positief. In vergelijking met referentiesectoren zoals de kledingsector, farmaceutische industrie of de energiebedrijven springt de agri- en foodsector er als geheel positief bovenuit.
De betrokkenheid van consumenten bij de sectoren en de reputatie van de sectoren zijn de belangrijkste twee factoren om de maatschappelijke waardering te verklaren. Die betrokkenheid van consumenten bij de sectoren is inmiddels de grootste factor in de verklaring van de maatschappelijke waardering geworden in plaats van reputatie. Dit wil zeggen dat de verbinding en de mate waarin een sector veel voor iemand betekent, steeds belangrijker wordt.
Duurzaamheid als voedselwaarde
Nederlanders vinden duurzame voedselwaarden belangrijk, maar waarden gericht op persoonlijk voordeel blijken nóg belangrijker. Zo vinden ze vooral de smaak, versheid, veiligheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid en gezondheid belangrijk. Deze zogenoemde egocentrische waarden vinden consumenten belangrijker dan duurzaamheidswaarden. De belangrijkste duurzame waarden zijn volgens consumenten voedselverspilling tegengaan, rechtvaardigheid, natuurlijk, dierenvriendelijk en transparantie (open en eerlijke communicatie over productie van voedsel). Consumenten geven aan de duurzame waarden milieu-, klimaat- en diervriendelijk over het algemeen redelijk te herkennen op een product. Omdat consumenten deze waarden duidelijk belangrijk vinden, valt op dit punt nog wat te verbeteren.
Duurzaamheid op sectorniveau
In het algemeen hebben consumenten vertrouwen in de duurzaamheid van producten uit de verschillende sectoren. Deze factor speelt een kleine rol in het verklaren van maatschappelijke waardering voor de agri- en foodsector. Nederlanders zien dat sectoren zich inzetten voor duurzaamheid. In het algemeen scoren alle sectoren volgens consumenten hoog op het gebied van kwaliteitsstandaarden en eerlijke prijzen. Consumenten zien ook verschillen tussen sectoren. Zo vinden ze inspanningen op het gebied van diervriendelijkheid relatief meer van toepassing op de dierlijke sectoren. Supermarkten scoren relatief hoog op recycling en het voorkomen van verspilling. Dit laatste (verspilling) is iets waarvoor volgens consumenten naast de supermarkten ook de voedingsmiddelenindustrie zich relatief sterk inzet.
Impact boerenprotesten en Oekraïne-oorlog
Om de verschillen in waardering over de tijd goed te kunnen duiden, is er ook gekeken naar de impact van actuele gebeurtenissen*. De monitor laat zien dat de oorlog in Oekraïne meer indruk maakt op consumenten dan de boerenprotesten, maar dat de oorlog geen effect heeft op de waardering voor de Nederlandse agri-en foodsector. Consumenten geven over het algemeen aan dat zij sinds de oorlog in Oekraïne speelt nagenoeg evenveel voedsel zijn blijven kopen, maar wel iets meer lokale producten en goedkopere alternatieven dan normaal. Ook herkennen zij door de oorlog in Oekraïne prijsstijgingen van voedsel, energie en brandstof.
Boerenprotesten hebben een kleine relatie met de maatschappelijke waardering. Hoe meer impact de protesten op het persoonlijke leven van mensen hebben, zoals annulering van plannen, des te negatiever de waardering van de sector is. Mensen die meer positieve emoties bij de boerenprotesten ervaren, waarderen de Nederlandse agri- en foodsector juist meer. De waardering wordt dus in kleine mate en zowel positief als negatief beïnvloedt door de boerenprotesten. Betrokkenheid, reputatie en vertrouwen blijken vele malen belangrijker dan de protesten om de waardering voor sectoren te verklaren.
Wat is de Agrifoodmonitor?
De Agrifoodmonitor is een terugkerende peiling die sinds 2012 tweejaarlijks en sinds 2020 jaarlijks wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research. ‘De monitor is steeds belangrijker om trends in beeld krijgen’, zegt onderzoeker Mariët van Haaster-de Winter. ‘Door de jaarlijkse peiling hebben we meer ruimte voor verdiepingsvraagstukken. We willen de waardering begrijpen, kijken naar trends over tijd en we geven suggesties hoe de sector de waardering verder kan verstevigen.’ Een representatief panel van ruim drieduizend Nederlanders wordt gevraagd hoe zij de landbouw en voedselsector waarderen. Uniek aan de Agrifoodmonitor is dat deze over meerdere jaren heen verschillen aan het licht brengt tussen de agrarische sub sectoren, retail en voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast geeft de monitor aan welke factoren de waardering verklaren en biedt de monitor aanbevelingen hoe de maatschappelijke waardering van de landbouw- en voedselsector te versterken. Het onderzoek is gefinancierd vanuit de Topsector Agri & Food en is ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.