Sinds 1991 kennen we in Nederland een statiegeldsysteem voor grote plastic flessen. Sinds 1 juli 2021 betalen we ook statiegeld op kleine plastic flesjes. Vanaf 1 april 2023 gaan we dat ook doen voor blikjes, die ook ingenomen gaan worden in het kader van recycling. Handig voor de klant is het niet direct, en voor de retailer die de flessen en blikjes moet innemen ook niet. Waarom werkt het dan toch, zo’n statiegeldsysteem? Dat leggen we uit in dit artikel.
Verminderen van de CO2-uitstoot
Laten we beginnen met het allerbelangrijkste: statiegeldsystemen leveren een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Dit omdat het bijdraagt aan de recycling van plastic flessen en in de toekomst ook blikjes. De ecologische voetafdruk van een verpakking die uit gerecycled materiaal gemaakt is, is een stuk kleiner dan die van een nieuwe verpakking. Het materiaal hoeft immers niet opnieuw vervaardigd te worden. Ook wordt door de inname van plastic flessen de hoeveelheid plastic afval vermindert. Dit breekt immers niet vanzelf af en verbranding ervan zorgt voor het vrijkomen van CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer.
Financiële prikkel voor de consument
Vanuit het oogpunt van de consument lijkt statiegeld eigenlijk vooral een last. Je betaalt meer voor je frisdrank en je moet de fles nog terugbrengen ook. Het feit dat je daarmee bijdraagt aan recycling en het verminderen van de CO2-uitstoot is helaas, zoals op velen plekken te zien is, geen prikkel die groot genoeg is om plastic flessen terug te brengen voor recycling. Daarom is er de financiële prikkel van statiegeld bedacht. Niet zo lang geleden is het effect hiervan nog aangetoond in Litouwen, waar men pas in 2016 een statiegeldsysteem introduceerde. Binnen twee jaar ging daar het inzamelingspercentage van PET-flessen van 34 naar 92 procent, en dat is te danken aan de financiële prikkel.
Handling fee voor retailers
De inzameling van plastic flessen valt ten deel aan supermarktretailers, omdat de supermarkt nu eenmaal een logische plek is om je legen flessen in te leveren. Niet alleen is dat een last voor supermarktretailers, ze moeten ook nog zélf investeren in die emballage-automaat. Dat roept de vraag op waarom ondernemers hier überhaupt aan zou willen meewerken. Het antwoord daarop zit in de handling fee die retailers ervoor ontvangen. Daardoor verdient men de aanschafkosten van de emballage-automaat binnen enkele jaren terug. Deze handling fee bestaat uit verschillende onderdelen: drankenfabrikanten dragen wat af, retailers delen mee in de opbrengst van de recycling én ze strijken het geld op voor statiegeld dat wel afgedragen wordt maar vervolgens niet meer door de klant geïnd wordt. Dat laatste is natuurlijk wel ironisch, omdat dit juist het recyclingpercentage tegenwerkt.
Handig ingericht dus, zo’n statiegeldsysteem met financiële prikkels dat ervoor zorgt dat er veel meer potentieel plastic afval gerecycled wordt. Helaas zijn we als land in de minderheid met het toepassen van een dergelijk systeem. Lang niet alle landen in de wereld hebben al zo’n statiegeldsysteem ingevoerd, met als gevolg dat nog steeds ongeveer twee derde van het huishoudelijke afval dat wereldwijd geproduceerd wordt in verbrandingsovens of op stortplaatsen belandt. Een groot deel van dat afval is plastic afval dat niet afbreekbaar is. Het is te hopen dat snel meer landen de zin van een statiegeldsysteem gaan inzien en het gaan invoeren.