Dames en heren,

Op weg hiernaartoe keek ik naar de rijdende auto’s links van mij (ja inderdaad, links). Waarbij ik mij het vervoer in een Afrikaans land probeerde voor te stellen. Onze minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gerda Verburg, was juist terug uit Namibië en is nu in Kenia, vandaar. Misschien bent u er wel eens geweest. Je krijgt de indruk dat de mensen er altijd reizen. Met ongelooflijke bergen bagage reizen ze naar een volgend dorp. Of ze vervoeren handelswaar naar honderden kilometers verderop gelegen steden, naar Europa, door naar de metropolen. Er rijden bussen naar behoefte, dat wil zeggen als ze vol zijn. Er lijken geen regels te zijn, maar dat is schijn. Zo lang de chaos beweegt, zit er orde in.

Beweging beheerst ons hier ook. In hoge mate. Maar anders. In het klein, met zebrapaden, stoplichten en – voor de pechvogels- flitsers. En in het groot, met wereldhavens, drukke luchthavens, volle snelwegen. Wegen waar Unilever producten over vervoert, waar rozen uit Kenia over reizen en appels uit Noord Holland. Plattelandswegen ook, waar suikerbieten over worden vervoerd. Vragen als ‘hoe omzeil ik de file?’ of ‘wanneer en waarmee raak ik sneller van A naar B?’ kunnen ons behoorlijk uit de slaap houden.

Aangezien u zich dat óók afvraagt, en daar misschien óók niet van slaapt, hebben we 2009 gedoopt tot het jaar van de agrologistiek. Het wordt een jaar waarin het platform Agrologistiek, en daarmee de minister en ik, u als ondernemers en andere overheden willen overtuigen van de winst uit Agrologistiek.

Een jaar waarin het draait om de kunst producten duurzaam van de grond naar het schap te laten reizen. Dus vers van de grond, snel, en op de gewenste tijd. (Het wordt ook het jaar van de gorilla, Calvijn, de wetenschap, de verzoening, de sterrenkunde, Darwin en natuurlijke vezels. Maar dat terzijde.) Minister Verburg heeft mij gevraagd de aftrap voor dit jaar van haar over te nemen. Ik mag dat doen met een inspirerend en dynamisch congres. Waarin het zelfs over inertie zal gaan. Hoe sommige vervoersbewegingen zichzelf overbodig maken…

Volgens de minister, en naar de mening van het kabinet, is duurzaamheid voor u dè afslag naar de toekomst. Het is een blijvend kenmerk van onze economie. Dan spreken we dus over de economie van een land -ik zeg het er maar even bij- dat dagelijks tientallen miljoen consumenten in Europa van voedsel en bloemen voorziet. Duurzaamheid heeft als begrip een incubatietijd achter de rug. Het is dus niet nieuw, maar de uitdagingen zijn dat wel. Duurzaamheid breekt nu uit. Nieuw is het grote aantal bedrijven en mensen dat oplossingen in die richting zoekt en dat graag uitdraagt. Over de hele linie, over de hele wereld. Nieuw is daarnaast de financiële crisis. Crises zelf vormen soms ook een nieuw begin, zeker als ze, zoals nu, van enige omvang zijn. Zowel het losbarsten van een duurzaamheidstrend als de crisis, kunnen dus een aanjagende werking hebben.

Daar wisselt u straks uitgebreid ervaringen en ideeën over uit, in maar liefst zeven werksessies. Ik hak mijn aftrap -voor het gemak- in drie hoofdonderdelen, die – uiteraard- samen hangen. Ecologie, economie en sociale agrologistiek, – People, Planet en Profit- samengevat onder het kopje duurzaamheid. Ik begin bij de ecologische kant van duurzame agrologistiek.

Als het over logistiek gaat klinkt uit sommige hoeken nog steeds de roep om meer asfalt. Toch is dat inmiddels niet meer de eerste prioriteit van het platform Agrologistiek. Pilotprojecten met duurzame invalshoek laten zien dat er met wegkilometerreductie wel degelijk economische èn ecologische winst valt te behalen. De laatste berekeningen laten een reductiepotentieel zien van meer dan vijf miljoen wegkilometers op jaarbasis. In termen van CO2-reductie is dat opgeteld een potentieel van ongeveer 3500 ton.

Bedrijfsleven en overheid streven dan ook samen actief naar manieren om onnodige vervoersbewegingen te vermijden, en overbodige ritten schrappen. Minder kuub’s, kilometers en kooldioxide. In december ontvingen aantal bedrijven daar de Green en Lean Award voor. De Awards worden ontwikkeld door het Innovatieprogramma Duurzame Logistiek waar Agrologistiek ook bij betrokken. En ze zijn opgenomen in het Schoon en Zuinig convenant. Eén van de Awards ging naar een vervoersbedrijf dat een systeem had ontwikkeld waarmee de voorraad diervoer kon worden gemeten. Aan de hand daarvan konden ritten veel beter gepland worden. Dat bleek jaarlijks één miljoen ritkilometers te schelen. De ondernemer waar ik het over heb, zal dit in één van de workshops toelichten. Een ander bedrijf liet zijn chauffeurs onder andere een cursus Nieuw rijden volgen. Dieselverbruik: min vijf procent.

Voedselverspilling, nog zo’n onderwerp. Als we dat eens zouden uitbannen… Uit WUR-studies blijkt dat daar zo’n 20% van het transport met levensmiddelen mee kan worden voorkomen. Daar komt bij dat voedselverspilling natuurlijk niet alleen om vervoerstechnische redenen een ecologisch verantwoord streven is.

En een laatste toevoeging: waar laten we de verpakking? Op dit punt biedt de ^cradle-to-cradle benadering – afval als grondstof voor nieuwe producten- uitkomst. Ik verwacht dat ^cradle-to-cradle ook zijn effect zal hebben op de retourstromen aan fusts, pallets en andere verpakkingen. Dit komt ook in één van de workshops ook aan de orde. We leggen vanmiddag bij u de uitdaging neer om een ^cradle-to-cradle concept te ontwikkelen waarbij de agro-retourlogistiek zo efficiënt mogelijk wordt geregeld.

Punt twee, sociale duurzaamheid.

In onze samenleving stellen individuen zich steeds bewuster op. Ze worden daarbij geholpen door de vele middelen die ze tot hun beschikking hebben om zich te informeren. Eén van de gevolgen is dat de waardering voor streek- en seizoensproducten stijgende is. Mensen vragen tegenwoordig om verantwoord eten. Ze willen weten waar het vandaan komt. Ze willen kunnen proeven hoe het is gemaakt. Ze willen ook weten wíe het waar heeft gemaakt. Ze willen het hun kinderen kunnen vertellen en ze er bij betrekken. Minister Verburg stimuleert dat zeer enthousiast. Zij steunt de band tussen producent en consument. Goed voor het imago van de landbouw, goed voor sociale ontwikkeling en goed voor welzijn en gezondheid.

Wilt u daar op in spelen, dan ligt een kanteling in denken in de rede. Bedrijven moeten, net als de consument, zelf op zoek. En zoeken willen. Ze moeten slimme wegen aanleggen, die in één keer van bewuste bedrijven naar bewuste consumenten leiden. En ze moeten willen samen werken.

Overigens is dat het afgelopen jaar best aardig gelukt. Er zijn allerlei projecten ontstaan die zich op de burger richten, zoals het project Mijn Boer. Stadsmensen kunnen producten uit eigen streek kopen. Zo raken ze meer betrokken. Ze kiezen uit het aanbod van -wat ik maar even noem ‘locivore’ – bedrijven. Bedrijven, die over kortere afstanden vervoeren. Daar profiteer je natuurlijk niet alleen sociaal van. Ook het milieu heb ik al genoemd. En er zijn andere voordelen: efficiëntere bedrijfsprocessen, minder kosten voor de ondernemers in de keten, en uiteindelijk: een bijdrage aan een nog stevigere economie.

U merkt het al, we zijn bij mijn derde punt aangeland, economische duurzaamheid.

Hoe kunt u vanuit het denken-in-duurzaamheid winst maken? Dat is de kernvraag. Niet de eendimensionale blik op winst voor het bedrijf, maar collectieve kracht óók zien als winst, dàt is in essentie duurzaam en economisch verantwoord ondernemen. Het kan betekenen dat u activiteiten clustert, netwerken smeedt, kennis deelt, samen op één locatie gaat zitten. Greenports bijvoorbeeld, zijn locatieslimme concepten. De Silicon Valleys van Nederland, die de economische kracht van de agrosector enorm vooruit helpen.

Ook technologisch zijn we ver gevorderd. En daar mag u best trots op zijn. Zo zijn we in staat om producten veel langer vers te houden. Nu is het zaak dit type kennis te blijven ontwikkelen en gebruiken. Hoe kan het nóg beter, nóg efficiënter, nog meer verantwoord? Kennis daarover, dames en heren, moet stromen, bewegen, zich delen. Het moet in de praktijk worden toegepast. Om het tot een nuttig gereedschap te maken, een economisch goed waar u winst mee kunt blijven maken. Vanuit die optiek participeert LNV actief in diverse pilots.

Zoals:
* een binnenvaartdienst waarmee je diepgevroren producten van Bergen-op-Zoom naar Rotterdam en Antwerpen krijgt zonder één onderbreking in de koudeketen.
* Opslag op binnenschepen in de meer complexe transportketens. Rijst gaat bijvoorbeeld op drie manieren van Noord Italië naar Olen in België: met de truck, de trein en per schip. Besparing wordt gerealiseerd door de laatste schakel, het binnenschip, een opslagfunctie te geven.
* Als derde voorbeeld noem ik de samenwerking die tussen de Wageningen Universiteit en een Indiase bank (en investeerders) is ontstaan om agrologistieke clusters en netwerken over heel India te ontwikkelen.

Ik gebruik bewust voorbeelden die Nederland overstijgen. De minister en ik vinden namelijk, dat verantwoorde agrologistiek zich alleen kan ontwikkelen, als er ook mondiaal extra aandacht voor is. Ik ben dan ook blij dat het onderwerp wordt meegenomen in een rapportage van de Europese Commissie over de concurrentiepositie van Nederland en de EU.

Dames en heren, ik rond af.

Het tijdsgewricht waar wij ons in bevinden brengt ons op veel vlakken de nodige dynamiek en beweging. In 2009 gaat het om de ordening die wij daar gezamenlijk in aanbrengen. Dat is een titanenklus. Want welbeschouwd is alles beweging (… natuurkundigen zijn het vast met mij eens). Beweging is er in onze economie 24 uur per dag. Beweging zit in de natuur, de seizoenen en de gewassen. Beweging zit in de mens, die de natuur ordent en gebruikt. Door constructief samen te werken, door niet op te geven, kunt u winst boeken. Duurzame agrologistiek is daar een aandrijfas in. Hier ligt uw vermogen in besloten.

Er wordt u vandaag niets bespaard. De onderzoeken, de pilots, de projecten en de concepten, het komt straks allemaal vers op uw bord. En wie, zoals u vandaag, in de wijngaard werkt, mag uiteraard van de vruchten eten. Plukt u die. Zoek het avontuur op. Durf voort te brengen wat buiten-gewoon is. Gewoon, om te zien of het werkt. Kijk tijdens de workshops naar uw buurman of -vrouw, uw collega’s in de keten. Zie om naar andere sectoren. Zoek aansluiting bij wat anderen willen. Vaak zit daar helemaal niet zo veel verschil tussen. Dan zult u met elkaar de snelste, de efficiëntste, de effectiefste verbindingen in het netwerk van de agrologistiek smeden. Mits goed gemikt natuurlijk. Want snelheid is irrelevant als je de verkeerde kant uit gaat. En dat zou zonde zijn.

Dank u wel.