Better Places stopt met CO2-compensatie. In plaats daarvan zet de duurzame reisorganisatie vol in op reduceren. Volgens Better Places is vliegen veel te goedkoop. Zolang dat niet verandert, legt de organisatie zichzelf een CO2-belasting op, die elk jaar iets hoger wordt. De opbrengst wordt geïnvesteerd in de energietransitie.
Eerste reisorganisatie die CO2-uitstoot compenseert
Bomen planten en kooktoestellen uitdelen als goedmakertje voor je vervuilende vlucht. Inmiddels biedt vrijwel elke reisorganisatie klanten de mogelijkheid om de CO2-uitstoot van hun vakantie te compenseren. Extra opvallend dus dat duurzame reisorganisatie Better Places ervoor kiest om juist nu te stoppen met CO2-compensatie. Oprichter Saskia Griep legt uit: “In 2016 was Better Places de eerste Nederlandse reisorganisatie die de CO2-uitstoot van al haar reizen compenseerde, inclusief de vlucht die nodig is om de bestemming te bereiken. Destijds dachten wij dat CO2-compensatie echt iets bijdroeg aan het tegengaan van klimaatverandering.”
Compenseren is een schijnoplossing
De afgelopen jaren is gebleken dat compensatieprojecten weinig effectief zijn en afleiden van de werkelijke oplossing. Voor de reisondernemer een reden om ermee te stoppen: “Als we de klimaatdoelen van Parijs willen halen, is er maar één oplossing:
reduceren. We moeten minder vliegen. Door te compenseren maak je de CO2-uitstoot niet ongedaan. Die zit al in de lucht. We laten bomen planten en maken onszelf wijs dat we kunnen blijven vliegen zoals we gewend zijn. Dat is niet zo. Compenseren is een schijnoplossing”
Ambitieus actieplan voor het klimaat
Saskia Griep heeft Better Places opgericht met het doel om met het toerisme de wereld een beetje mooier te maken. Zo probeert de reisorganisatie een zo groot mogelijke positieve bijdrage te leveren aan de natuur, de dieren en de mensen op bestemming en tegelijkertijd de milieuschade zoveel mogelijk te beperken. Griep: “Ons plan is om elk jaar de CO2-uitstoot van al onze reizen met 5% te verminderen. In 2030 willen we 55% onder het niveau van 2019 zitten. In ons openbare klimaatactieplan lees je hoe we dat doen.” Het is een ambitieus doel, maar de reisondernemer heeft er alle vertrouwen in. “We werken met een gemotiveerd team van lokale reisexperts, die allemaal zien dat er iets moet veranderen. Maar ook onze reizigers zijn steeds vaker op zoek naar duurzame alternatieven. We moeten dit echt samen doen.”
Reduceren in plaats van compenseren
Minder vliegen móet. Het is geen populaire boodschap, maar wel een noodzakelijke. Griep: “Tot wel negentig procent van de totale CO2-uitstoot van een vakantie buiten Europa wordt veroorzaakt door de vlucht van en naar een bestemming. De grootste
winst valt te halen bij de vliegreis. Daarom hebben we bij Better Places de afgelopen jaren hard gewerkt aan het uitbreiden van ons aanbod binnen Europa.” Sinds 2019 biedt Better Places vakanties aan die net zo bijzonder en avontuurlijk zijn als wat je
verwacht van een verre bestemming, maar dan dichter bij huis. En altijd bereikbaar met de trein. “Wil je naar de zon? Dan leggen we klanten uit dat ze beter naar Kroatië kunnen, in plaats van Thailand. Zelfs als je vliegt scheelt dat enorm veel CO2-uitstoot. Dat is veel effectiever dan kooktoestellen uitdelen. ”
Investeren in duurzame energie
Wat Saskia Griep betreft is vliegen veel te goedkoop. “De vervuiler betaalt geldt niet voor de vliegindustrie. Als maatschappijen opdraaien voor de schade die ze veroorzaken, worden ze gedwongen om te investeren in innovaties, zoals hernieuwbare
vliegtuigbrandstoffen. Er moet een echte prijs voor vliegen komen. Zolang die er niet is, leggen we onszelf een CO2-belasting op. Op dit moment is dat 15 euro per reiziger buiten Europa en 6 euro per reiziger binnen Europa. Dat bedrag gaat elk jaar omhoog. De klant betaalt daar niets extra’s voor. De opbrengst investeren we in duurzame energieprojecten via crowdfundingplatform Lendahand.”