Voorafgaand aan de prijsuitreiking ging een intensieve verkenning van een tiental Amsterdamse gemeentelijke gebouwen door een groep scholieren uit Amsterdam.

De gebouwen waren:
Conservatorium van Amsterdam
Nederlands Uitvaart Museum Tot zover
Openbare Bibliotheek Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Stadsdeelkantoor Westerpark
Sportplaza Mercator
Stadsdeelwerf Oost Watergraafsmeer
Timorplein
Vliegbasis De Huygens
Woningcorporatie Eigen Haard

De jongeren pasten hierbij een nieuwe door Dutch Green Building Council beschikbaar gestelde verkenningsmethodiek (Breeam) voor het meten van duurzaamheid van gebouwen toe. De OBA scoorde zeer hoog op milieumaatregelen (Planet) : energie, materialen, groen & water, afval en transport. Er zijn volop zonnepanelen, dubbel glas en vernieuwbare materialen gebruikt, en het gebouw is goed bereikbaar met de fiets en het openbaar vervoer waardoor ook het onderdeel transport hoog scoort.

De scholieren kozen gezamenlijk voor het gebouw dat de meest zichtbare maatregelen heeft getroffen op het gebied van duurzaamheid, ook omdat zij aangeven dat dit soort voorbeelden van belang zijn om duurzaamheid onder de aandacht te brengen bij een breed publiek.

Daarnaast zou naar hun idee het milieuvraagstuk zelf op dit moment de meeste aandacht moeten krijgen omdat hierin nog een enorme bewustzijnsslag gemaakt moet worden. Om deze redenen is de OBA uitgeroepen tot het “meest duurzame publiek toegankelijke gebouw van Amsterdam”.

De prijs bestaat uit een assessment van het gebouw door een onafhankelijke assessor die het gebouw gaat beoordelen op alle 9 verschillende onderdelen van de Breeam methode. Op elk van deze categorieën kan een score behaald worden door voor verschillende criteria één of meerdere punten te behalen. Aan de hand van een weging per categorie wordt dan een totaalscore berekend.