Twee derde van de onderzochte organisaties verwacht niet dat de huidige economische tegenwind hun corporate responsibility-programma onder druk zet. De helft van de ondervraagden stelt dat de aandacht voor duurzaam ondernemen juist essentieel is voor de continuïteit van hun organisatie. Bovendien geeft ruim de helft (58%) van de respondenten aan dat dit programma zo belangrijk is dat het zelfs deels ten koste mag gaan van de winstpositie van het bedrijf. PwC verwacht dan ook niet dat ondernemingen massaal gaan snijden in de kosten van hun duurzame bedrijfsprocessen. PwC ondervraagt ieder kwartaal een groep spelmakers naar ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid.

Volgens Klaas van den Berg, Sustainability leader bij PricewaterhouseCoopers, is het verstandig om duurzaam ondernemen ook bij economische tegenwind hoog op de agenda van de onderneming te laten staan. “Het is niet de zoveelste hype. Duurzaam ondernemen lijkt ook bestendig tegen een slecht economisch klimaat. Ik verwacht niet dat ondernemingen massaal gaan snijden in de kosten van hun duurzame bedrijfsprocessen. Voor veel ondernemingen maakt duurzaamheid onderdeel uit van hun meerjarige bedrijfsstrategie. Zij zijn daarmee het ‘point of no return’ voorbij. Een recessie is niet de doodsteek maar biedt juist kansen voor ondernemingen die op de lange termijn rekening houden met alsmaar duurdere energie en schaarser wordende grondstoffen.” Volgens Klaas van den Berg wordt dit onderstreept door signalen in de markt die erop duiden dat de financiële crisis duurzame ondernemingen beduidend minder raakt dan op kortetermijnwinst gerichte ondernemingen. Bovengemiddeld renderende duurzame banken noemt hij hiervan een goed voorbeeld. “Zij worden minder geraakt door de crisis omdat zij met name duurzame ontwikkelingen financieren en geld steken in duurzame fondsen. En de noodzaak voor duurzaam ondernemen neemt voor financiële instellingen door de toenemende druk van buitenaf en de vraag om transparantie over bijvoorbeeld beloning en prestaties alleen maar toe.”

Ruim driekwart (77%) van de respondenten stelt dat de aandacht rond duurzaam ondernemen de afgelopen twee jaar is toegenomen binnen hun organisatie. Deze toegenomen aandacht blijkt vooral uit een opgestelde gedrags- en leverancierscode, de samenwerking die men met andere bedrijven en initiatieven zoekt en de opgestelde strategie met meetbare doelen. Overigens voelt de helft een druk om (nog) meer aandacht aan corporate responsibility te besteden binnen hun eigen organisatie. Deze druk komt met name vanuit de eigen directie (55%), maar ook van de overheid (45%), afnemers (41%) en de eigen werknemers (39%). Opvallend is dat er minder druk van aandeelhouders (28%) en NGO’s (16%) wordt ervaren. De barometer heeft specifieke aandacht gevraagd met betrekking tot verantwoord ketenbeheer en duurzaam inkopen. Bijna 60% van de onderzochte bedrijven besteedt inmiddels aandacht aan verantwoord ketenmanagement. Leveranciers moeten steeds vaker voldoen aan normen en gedragscodes van hun afnemers (bedrijven en overheden), maar worden daar maar zelden op gecontroleerd, zo blijkt uit de barometer.

Opvallend is dat bijna driekwart (72%) van de bedrijven die zegt aan verantwoord ketenbeheer te doen zover gaat dat het op grond daarvan daadwerkelijk bepaalde klanten weigert. Een meerderheid (56%) van de organisaties die zeggen aan verantwoord ketenmanagement te doen, is zelfs bereid meer te betalen voor een ‘maatschappelijk verantwoorde’ toeleveringsketen. Een even groot percentage beoordeelt leveranciers standaard op mogelijke risico’s voor hun reputatie en imago. Een meerderheid (53%) onderwerpt hun eigen inkopers aan training of voorlichting over het corporate responsibility-beleid. Slechts 36% vraagt leveranciers om de gedragscode van het bedrijf te ondertekenen.

Klaas van den Berg ziet ook in zijn dagelijkse praktijk dat verantwoord ketenmanagement ingebed raakt, niet alleen vanuit de overheid maar juist ook tussen bedrijven onderling. “Maar een grote groep organisaties is nog onvoldoende op de hoogte van de blootstelling aan maatschappelijke, milieutechnische en ethische risico’s binnen hun keten. Voor bedrijven die wel maatregelen hebben genomen is de uitdaging om de gemaakte afspraken ook te handhaven. Nu controleert slechts één op de drie afnemers de contractueel vastgelegde afspraken met leveranciers.”