Eigenlijk wilde Hans Ludo van Mierlo een Engelstalig boek schrijven met de titel “The Dutch Way of Banking”. Daarin zou de oud-bankier -Van Mierlo (62) was afgelopen decennia verantwoordelijk voor de externe communicatie van achtereenvolgens NMB Bank, ING, Rabobank en de Nederlandse Vereniging van Banken- de Nederlandse wijze van bankieren willen promoten. “Want onze instellingen lopen in de wereld voorop als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Maar toen kwam de kredietcrisis. En die maakte duidelijk dat ook bij het Nederlandse bankwezen kanttekeningen zijn te plaatsen.

De inhoud van zijn recent verschenen boek “Gepast en ongepast geld” (uitg. Scriptum, Schiedam) vergelijkt Van Mierlo met een röntgenfoto. “Daarop zijn veel gezonde delen te zien, maar ook een aantal beginnende ziektes.” Belangrijkste kwaal: het bankwezen heeft vooral oog voor het maken van winst. “Dat monetaire denken is in onze hele samenleving geslopen.”

Bij de oprichting van de banken stond in vrijwel alle gevallen juist een maatschappelijk opdracht centraal. Zo hielp de Boerenleenbank boeren, leerde de Nutsspaarbank klanten sparen en stond de Middenstandsbank opgesteld om ondernemers een krediet te verschaffen. “Die opdracht is sinds 1980 in feite afgerond. Iedereen is financieel geëmancipeerd. Vanaf dat moment zijn banken hun richting kwijtgeraakt. Onder druk van aandeelhouders richten ze zich nu vooral op winstmaximalisatie. De klant is niet meer het primaire doel, maar een middel om winst te maken.”

Van Mierlo spreekt van een morele crisis die geldt als medeveroorzaker van de huidige problemen op de financiële markten. Volgens hem is de kredietcrisis terug te voeren op het loslaten van de maatschappelijke opdracht. “Waarom hadden Europese banken dubieuze hypotheken uit de VS in de boeken? Schreef hun beleidsplan voor om Amerikaanse burgers aan een woning te helpen? Nee, het ging ze alleen om de lucratieve handel in geld. Dat had echter niets met hun missie te maken.”

Van Mierlo roept banken ertoe op om opnieuw een maatschappelijke opdracht te formuleren. En te bewaken, want het gevaar is levensgroot dat banken afdwalen. “Fortis was bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd in de ketens van palmolie en scheepvaart. De financieel adviseurs moedigden hun klanten aan om duurzame beslissingen te nemen. Aan de top van dit concern zat echter een aantal heren dat persoonlijke ambitie en aandeelhouderswaarde boven alles zette. Het resultaat is bekend. Maar het einde van het verhaal is dat de kennis over de verduurzaming van die bedrijfstakken totaal versnippert en de deskundigen wellicht op zoek kunnen naar een andere baan.”

Het bankwezen loopt toch voorop als het gaat om gedragscodes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen?

“Je ziet in de praktijk dat een topman braaf gedragscodes ondertekent, maar dat ze niet functioneren op de werkvloer. Daarom pleit ik voor een beroepseed, zoals bij artsen en notarissen.”

Is dat een garantie voor het uitblijven van nieuwe excessen?
“Garanties zijn er niet, maar bij binnenkomst moet elke medewerker weten waar een bank voor staat. Je moet hem ervan bewust maken dat hij met belangrijke maatschappelijke dingen bezig is. Evalueer de eed ook tijdens beoordelingsgesprekken en koppel er beloningen aan. Op deze manier vorm je het geweten. En alle medewerkers samen vormen het collectieve geweten van een bedrijf.”

Hoe staat het nu met het geweten van de werkvloer?
“Er zijn drie categorieën medewerkers. De eerste hangt het geweten bij binnenkomst aan de kapstok, bij de tweede zit het geweten vooral in de weg omdat ze alleen maar geld willen verdienen en de derde laat het geweten spreken door vragen te stellen. De verdeling tussen deze drie varianten verschilt per bank. In het algemeen geldt dat in de praktijk van alledag het geweten al snel naar de achtergrond verdwijnt.”

Welke andere manieren zijn er om het bankgeweten te vormen?
“De Rabobank heeft bijvoorbeeld een ethische commissie, waar je vragen kunt droppen. Verder kun je medewerkers laten deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Het belangrijkste is echter dat externe partijen zoals overheid, maatschappelijke organisaties en vooral klanten de bank aanspreken op hun handelen.”

Zijn consumenten daartoe in staat? Zij laten zich toch ook vaak leiden door geldzucht?
Kijk naar Icesave: 120.000 Nederlanders gaan voor enkele tienden van procenten over naar een bank die nog nooit iets voor onze samenleving heeft gedaan. Als wij zo met onze banken omgaan en maatschappelijke sponsoractiviteiten niet waarderen, wordt het natuurlijk niets. Je krijgt als burgers de banken waar je om vraagt.”