“Philips viert vandaag dat het al 110 jaar apparaten verkoopt in Rusland. Toch heeft het nog steeds geen systeem opgezet om giftige apparaten in te zamelen en te recyclen”, zegt Kim Schoppink, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace. Door het gebrek aan inzameling wordt veel elektronica-afval in Rusland verbrand, waarbij het gif uit de apparaten vrijkomt en milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaakt. Greenpeace deed recent onderzoek naar bodemvervuiling als gevolg hiervan (1).
Philips neemt zijn afgedankte apparaten alleen terug in landen waar wetgeving het bedrijf hiertoe dwingt. Philips lobbiet bovendien actief tegen het wettelijk vastleggen van de individuele financiële verantwoordelijkheid van producenten voor hun afgedankte apparaten (2). Concurrenten zoals Sony en Samsung willen juist wel deze individuele financiering. Philips probeert weg te komen met collectieve verantwoordelijkheid waarbij een verwijderingsbijdrage betaald moet worden. Bij zulke systemen kan het bedrijf een hogere of oneerlijke prijs doorberekenen aan de consument (3).
In augustus onthulde Greenpeace de grootschalige dump van Westers elektronica-afval in Ghana (4). Op de afvalbergen in Ghana lagen ook veel apparaten van Philips. Goede recyclingfaciliteiten ontbreken in Ghana, waardoor het giftige afval op een gevaarlijke manier uit elkaar gehaald wordt en verbrand. De recyclingarbeiders, waaronder veel kinderen, staan daarbij bloot aan een cocktail van giftige stoffen.
Greenpeace wil dat elektronicaproducenten hun afgedankte apparaten overal waar ze die verkopen ook weer inzamelen. Ook moeten de producenten zelf betalen voor de recycling van hun eigen afgedankte apparaten. Als producenten opdraaien voor de recyclingkosten van hun eigen apparaten worden ze gestimuleerd om schonere elektronica te maken die beter te recyclen is.