Voedingsrichtlijnen van nationale overheden zijn bedoeld om een gezonde levensstijl te stimuleren. Uit een nieuw internationaal onderzoek gepubliceerd in de Lancet Planetary Health blijkt echter dat bij de beoordeling van nationale voedingsrichtlijnen ook moet worden gekeken naar de milieu-impact van voedselproductie en dat voedingsrichtlijnen niet alleen van invloed zijn op de gezondheid van de menselijke bevolking, maar op de hele planeet. Aangepaste richtlijnen zouden in Nederland bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan een aanzienlijke daling (-24%) van zowel het grondgebruik voor voedselproductie als de uitstoot van broeikasgassen door voedselproductie.
In de studie gebruiken onderzoekers van de universiteiten van, Wageningen University & Research, Zürich en Cornell en het Research Institute of Organic Agriculture FiBL de principes van circulaire voedselproductiesystemen om de gevolgen voor het milieu en de bijdragen van nationale voedingsrichtlijnen te beoordelen. Uit het onderzoek blijkt dat de hoeveelheid dierlijke producten die wordt aanbevolen in de nationale voedingsrichtlijnen in Europa aanzienlijk kan worden verlaagd ten gunste van meer plantaardig voedsel, en dat de belangrijkste milieugevolgen van voedselkeuzes kunnen worden aangepakt door andere landbouwpraktijken.
De bevindingen
Hoewel landen zoals Duitsland en Zweden momenteel al rekening houden met de duurzaamheid van het milieu in hun voedingsadviezen, zijn in de meeste landen de voedingsrichtlijnen nog steeds hoofdzakelijk gericht op menselijke gezondheid. In het onderzoek is gekeken naar vijf Europese landen (Bulgarije, Malta, Nederland, Zweden en Zwitserland) met verschillende geografische kenmerken en culturele gewoonten. De onderzoekers ontdekten dat de vermindering van de aanbevolen hoeveelheid dierlijke producten in voedingspatronen in de meeste gevallen zou kunnen bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien kan door het gebruik van circulariteitsprincipes in de landbouw een beter bodemverbruik worden bewerkstelligd. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat in Zweden en Nederland de uitstoot van broeikasgassen respectievelijk met 12% en 24% en het landgebruik met respectievelijk 22% en 24% zouden kunnen worden teruggedrongen. Tegelijkertijd geldt voor de meeste nutriënten dat dezelfde hoeveelheden terugkomen in een “circulair dieet” als door de voedingsrichtlijnen worden aangeraden.
Het belang hiervan
Milieu-impact moet volgens de auteurs van deze studie een kritieke rol spelen bij het opstellen van nationale voedingsrichtlijnen. Circulaire voedselproductiesystemen waarbij de nadruk wordt gelegd op gesloten voedingscycli zijn essentieel voor het produceren van voedsel op minder land en met minder milieu-impact.
De auteurs stellen dat een volledige transformatie van het voedselsysteem noodzakelijk is om de volledige milieu-impact te realiseren. Deze veranderingen zijn onder andere aanzienlijke verlagingen van het totale aantal dieren en dierlijke producten, investeringen in veerassen met lagere alternatieve kosten die beter geschikt zijn voor biomassa, en een verschuiving in de hoeveelheid minerale meststoffen en veevoerimport.
Volgens de auteurs ‘kunnen in dit opzicht alleen door consistente transformaties van voedselsystemen de geschatte milieuverbeteringen worden bereikt.’
Wat de deskundigen zeggen
“Deze studie laat zien dat niet alleen de hoeveelheid dierlijke producten die we eten van belang is, maar ook het type dierlijk product en bovendien dat voedingsrichtlijnen consumenten hier onvoldoende over informeren. ” – Renée Cardinaals, tweede auteur van het paper en promovendus bij de Farming Systems Ecology Group aan Wageningen University & Research
“De nationale voedingsaanbevelingen kunnen het veranderende klimaat niet bijbenen. Het is van cruciaal belang dat overheden opnieuw bepalen wat “gezond eten” nou precies is.” – Hannah van Zanten, universitair docent aan Wageningen University & Research en gasthoogleraar aan Cornell’s vakgroep voor Global Development
“Gezien de huidige en toekomstige uitdagingen, zoals klimaatverandering, wordt het onvermijdelijk dat voedingsaanbevelingen binnen de grenzen van “gezond eten” rekening houden met duurzaamheid en het milieu. Dit is vooral belangrijk bij dierlijke producten, waarvoor de aanbevelingen moeten worden herzien en de aanbevolen hoeveelheden moeten worden verminderd.” – Anita Frehner van het Zwitserse onderzoekinstituut voor organische landbouw (FiBL)