De bewindsman is voor een handelsverbod op producten die zijn gemaakt door kinderhanden. De Europese Commissie doet inmiddels op verzoek van Nederland onderzoek naar de mogelijkheden voor handelsmaatregelen en een verbod. Maar onder andere werkgeversvoorzitter Alexander Rinnooy Kan ziet een boycot niet zitten. Volgens hem is het beter om in gesprek te blijven met bedrijven en hen aan te spreken op slecht gedrag en overtredingen. Deskundige Jaap Doek wees erop dat 193 landen het VN-kinderrechtenverdrag geratificeerd hebben. De oplossing is volgens hem kinderlijk simpel: als al die landen het verdrag uitvoeren, zouden kinderen niet werken maar naar school gaan. Verhagen pleit voor een brede samenhangende aanpak, van overheden, van bedrijven en door consumenten. ,,We moeten alle mogelijkheden aangrijpen: er is niet één middel dat de kwaal zal genezen, we zullen verschillende instrumenten moeten inzetten, waarbij ieder een eigen verantwoordelijkheid heeft.” De meeste sprekers waren het daar mee eens. Verhagen omarmt een voorstel van de ChristenUnie om bedrijven alleen nog overheidssubsidie te geven als zij verklaren dat hun partners of toeleveranciers geen kinderen gebruiken om de producten te maken. Belangrijk is dan wel dat bedrijven daarop controleren en dat is lastig. Verhagen is verder voor een keurmerk waardoor consumenten zich bewust worden van kinderarbeid en die producten kunnen negeren. Rinnooy Kan zag overigens wel positieve ontwikkelingen. Zo is wereldwijd vanaf 2004 het aantal werkende kinderen met 10 procent afgenomen. Volgens hem zijn velen van goede wil, maar gaat het in stapjes. Gerard Oonk, directeur van de Landelijke India Werkgroep, zei dat dit komt door de langzame verspreiding van het besef dat kinderarbeid simpelweg een schande is. Nog beter dan handelsverboden en handelssancties, zoals Verhagen wil, zou een sociale consensus de kinderarbeid verder de kop indrukken, vindt hij.