Uit onderzoek van I&O Research blijkt dat de ruime meerderheid (72%) van de Nederlanders zich veel (29%) of enige zorgen (43%) maakt over klimaatverandering. Dit verschilt niet significant van de meting in november 2021. Een kwart (26%) zegt zich geen of niet zoveel zorgen te maken. Ruim zes op tien (62%) vinden dat hun eigen acties niet uitmaken zolang grote bedrijven hun uitstoot niet terugdringen.
Nog steeds zijn Nederlanders overwegend van mening dat het kabinet zich moet inzetten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar sinds het aantreden van Rutte IV zijn de klimaatplannen m.b.t. het terugdringen van de klimaatverandering voor een groter deel van de kiezers ‘voldoende zoals ze nu zijn’.
Het aandeel Nederlanders dat vindt dat het kabinet meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen daalde van 66 procent naar 51 procent. Een kwart (26%) is nu van mening dat het kabinet zo op de juiste koers ligt (dit was 17%).
De roep om meer actie is dus gedaald, waarschijnlijk omdat men tevreden is met de plannen voor klimaatbeleid in het regeerakkoord. Het zijn met name de huidige kiezers van coalitiepartijen VVD, CDA en ChristenUnie die nu minder vaak vinden dat het kabinet (nog) meer moet doen. (Zie hierna.)
Kiezers coalitiepartijen gematigder, D66-kiezers willen meer actie
Over het algemeen was in november de roep om meer klimaatactie door het nieuwe kabinet (dat er toen nog niet was) dus beduidend sterker dan in april.
In november wilden vier op vijf van de CDA- en CU-kiezers nog meer klimaatactie, inmiddels is dat gedaald naar circa twee op vijf.
D66 is de enige coalitiepartij waarvan de meerderheid van de kiezers (77%) nog steeds meer actie wil om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen (in november was dit nog 93%).
Ook onder VVD-kiezers daalde het aandeel ‘kabinet moet meer doen’: van 61 naar 45 procent.
Het aandeel kiezers van Volt en PvdA dat meer maatregelen wil daalde eveneens, maar dat geldt niet voor kiezers van PvdD en GroenLinks.
Aandeel dat mens niet verantwoordelijk acht voor opwarming daalt
Nederlanders zijn eensgezind over de rol van de mens bij de opwarming van de aarde. Slechts dertien procent acht de mens niet verantwoordelijk. Dit is een lichte afname ten opzichte van oktober 2019. Destijds was 16 procent deze mening toegedaan. Opvallend is dat onder iedere kiezersgroep meer mensen het oneens dan eens zijn met de stelling “De mens is niet verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde”.
Meesten vinden dat eigen acties niet uitmaken zolang bedrijven blijven uitstoten
Ruim zes op tien (62%) vinden dat hun eigen acties niet uitmaken zolang grote bedrijven hun uitstoot niet terugdringen. Dat is een toename ten opzichte van oktober 2019 (50%).
Helft voor duurdere vliegticket binnen Europa, vliegschaamte neemt niet toe
Desondanks vindt inmiddels de helft (49%) van de Nederlanders dat de prijzen voor vliegtickets binnen Europa verdubbeld mogen worden. Een op drie (32%) is het hiermee oneens. De steun voor deze maatregel is significant toegenomen ten opzichte van oktober 2019 en hangt niet samen met inkomen. Oftewel: Nederlanders met een laag inkomen zijn net zo vaak voor als Nederlanders met een hoog inkomen. Ook vinden vier op tien (38%) dat intercontinentale vluchten verdubbeld mogen worden in prijs.
Vijftien procent van de Nederlanders voelt zich vaak schuldig als zij vliegen. Eind 2019 was dat nog 18 procent.
Vleesschaamte geen groeiend fenomeen
Zes op tien (58%) vleesetende Nederlanders zien vlees eten als iets dat ze zichzelf gunnen en niet willen opgeven. Een op tien (10%) voelt zich schuldig als ze vlees eten. Deze percentages zijn stabiel ten opzichte van 2019.
Een derde (33%) van de vleeseters (en 37% van de totale bevolking) vindt dat de prijs van vlees omhoog moet. Bijna vier op tien (38%) Nederlanders vinden van niet.
Inkomen en steun voor deze stelling hangen positief met elkaar samen. Rijkere Nederlanders (meer dan 2x modaal: 47% eens, 28% oneens) zijn het veel vaker eens dan Nederlanders die beneden modaal verdienen (29% eens, 44% oneens).
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 8 tot maandagochtend 11 april 2022. In totaal werkten 1.202 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=1.085) is afkomstig het I&O Research Panel, 119 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.