De Waard onderzocht wat de taakopvatting is van commissarissen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Omdat in veel publicaties ondernemingen een maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt toegedicht, lijkt sprake te zijn van een taakverbreding voor de raad van bestuur van een onderneming. Als dat zo is, kan dan ook worden gesteld dat dit een taakverbreding inhoudt voor de raad van commissarissen, die invloed kan uitoefenen op de strategie van een onderneming? Deze vraag legde De Waard voor aan 37 toonaangevende commissarissen in Nederland.
Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat de geïnterviewde commissarissen het belang van MVO onderschrijven, maar dat het concrete toezicht daarop op verschillende wijzen kan worden ingevuld. Het vraagstuk van taakverdeling tussen de raad van bestuur en de raad van commissarissen is hierbij van invloed. Over het algemeen spelen het ontbreken van een uniform normenkader en verschillen in opvattingen ten aanzien van de taakinvulling een belangrijke rol. Voor de commissarissen staan bovendien het financiële resultaat en de continuïteit van de onderneming voorop. Het streven naar de legitimatie van de onderneming en – als onderdeel daarvan – maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt daarnaast gezien als een belangrijke randvoorwaarde.
De Waard concludeert dat de rol van de raad van commissarissen met betrekking tot MVO in relatie tot het belang dat daaraan wordt gehecht bescheiden wordt ingevuld. Uiteindelijk is het merendeel van de commissarissen van mening, dat MVO meer tot het aandachtsgebied van de raad van bestuur dient te worden gerekend. Een en ander komt mede door het ontbreken van duidelijke regels hierover. Een aantal bepalingen in de Code Tabaksblat zou volgens De Waard wellicht nadere aanscherping behoeven om de verantwoordelijkheden duidelijker te maken.
Het proefschrift verschijnt in een handelseditie bij uitgeverij Van Gorcum te Assen, ISBN 9788923244240