Vrouwen zijn steeds beter opgeleid, soms beter dan mannen. Toch gaan ze in de loop van hun carrière steeds meer in salaris achterlopen. De achterstand is minder voor vrouwen die lid zijn van een vakbond en in landen waar vakbonden veel leden hebben.
FNV-voorzitter Agnes Jongerius verklaart de extra achterstand van Nederlandse vrouwen vooral doordat in Nederland zoveel in deeltijd wordt gewerkt.
“Op zich is niks tegen deeltijd. Alleen krijgen deeltijders vaak allerlei extra’s niet, zoals toeslagen. En bovendien kom je met deeltijd helaas veel moeilijker in leidinggevende functies. Alle aanleiding dus dat het kabinet snel zorgt dat de Taskforce Deeltijd met spoed aan de slag gaat en ook dit punt meeneemt.”
Jongerius is tevens vice-voorzitter van het IVV. In die functie presenteert ze het Loonkloofonderzoek tijdens een 8 maartbijeenkomst van de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties). Daar trekt ze de conclusie dat de wereld nu blijkbaar niet genoeg houdt van het werk dat vrouwen doen.
Ze roept daarom meer regeringen op om internationale afspraken over gelijke beloning na te leven. Uit het onderzoek blijkt ook dat dit helpt. Jongerius pleit voor decent work, waardig werk, ook voor vrouwen in de informele economie. Want daar is de onderbetaling nog vele malen groter dan nu zichtbaar wordt in het onderzoek.
Het is een opsteker voor de internationale vakbeweging dat het werk van vakbonden positief uitwerkt voor de gelijke beloning van mannen en vrouwen. Ook in Nederland verdient een vrouwelijk vakbondslid gemiddeld meer dan het niet-lid.
Een niet-lid heeft een loonkloof van 22 procent. Voor een lid is dat nog maar 14 procent. Agnes Jongerius: “Onze leden zijn denk ik zelfbewuster, voelen zich sterken met de bond achter zich. En zullen dus harder onderhandelen over hun salaris, toeslagen, loopbaanplanning.”