De Topsector Logistiek is een programma gestart om de CO2-uitstoot voor transport per binnenvaartschip te meten. In de binnenvaart is dat een stuk moeilijker dan bijvoorbeeld het wegvervoer, omdat er een grote verscheidenheid aan scheepstypen bestaat. Daarom kijkt het programma naar uitstoot ten opzichte van de geleverde vervoersprestatie. Hoe meer vracht ten opzichte van de emissies, des te beter is de emissieprestatie.
De beste manier om de vervoersprestatie te bepalen is om te kijken naar de vervoerde goederen: die worden van herkomst naar bestemming verplaatst, dat is waar voor betaald wordt. Om die verplaatsing te realiseren verbruikt het vaartuig of voertuig energie en dat levert weer emissies op. Hoe beter de verhouding is tussen (nuttige) verplaatsing van goederen enerzijds en de emissies anderzijds, des te beter is de emissieprestatie.
Het monitoren van emissies in de praktijk geeft inzicht en vormt de basis voor effectief beleid om uitstoot te verminderen. De emissie-uitstoot wordt doorgaans uitgedrukt in relatie tot de geleverde vervoersprestatie. De vervoersprestatie kan worden gemeten door de hoeveelheid vracht te registreren, die wordt vervoerd tussen herkomst en bestemming.
Het programma ‘Meten op Schepen’, is geïnitieerd door de Topsector Logistiek in Nederland om deze belangrijke parameters en prestaties nu te gaan meten en vast te leggen in de realiteit van de binnenvaart, gericht op CO2-uitstoot en luchtverontreinigende stof(fen) (NOx). Tijdens de kick-off, die plaatsvond tijdens de online PLATINA3 Stage Event, presenteerden Khalid Tachi en Martin Quispel de onderzoeksmethodes van het programma. Daarnaast gaven zij aan welke vervolgstappen nodig zijn voor het implementeren van beleid op basis van de onderzoeksresultaten.
De analyse van de gegevens leidt naar verwachting tot nauwkeurigere en beter gevalideerde modellen van de emissieprestatie van de binnenvaart en een uitgebreidere dataset om beleidsbeslissingen op te baseren. In het eerste halfjaar van 2022 worden de meetschepen voorzien van de nodige instrumenten. Vervolgens start het eenjarige monitoringprogramma. De eerste resultaten komen naar verwachting eind 2022 beschikbaar.