De partijen binnen het Convenant Voedingsmiddelen roepen bedrijven in de voedingsmiddelensector op tot actie. De uitkomsten van de jaarlijkse monitoring laten zien dat steeds meer bedrijven in de sector het belang van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen onderschrijven. Tegelijkertijd zijn bedrijven nog onvoldoende voorbereid op toekomstige wetgeving en staan zij voor grote uitdagingen. Bedrijven hebben wel beter zicht op leveranciers en grondstoffen vergeleken met het voorgaande jaar, maar risico’s in de keten voorbij de eerste leverancier kunnen vaak nog niet worden achterhaald. Dit alles staat te lezen in de jaarrapportage 2020-2021.

Risico’s in de keten

Om de voortgang op het gebied van due diligence te monitoren is een self-assesment uitgevoerd door de leden van brancheorganisaties CBL, FNLI en KNSV. Hiervoor is voor het eerst gebruikgemaakt van een nieuwe, interactieve online tool. Dit jaar hebben 119 bedrijven deelgenomen aan de monitoring, tegenover 110 in het tweede jaar. 44 bedrijven deden dit jaar voor het eerst mee. Dit laat zien dat steeds meer bedrijven met de OESO-richtlijnen aan de slag gaan, maar ook dat het een uitdaging blijft om bedrijven betrokken te houden.

In het derde jaar heeft het convenant onder andere ingezet op ondersteuning bij de uitvoering van due diligence. Ook in het vierde jaar zal hiermee worden doorgegaan. Zo blijken bedrijven moeite te hebben om risico’s in hun toeleveringsketen voorbij de eerste leverancier te achterhalen. Vakbonden en ngo’s hebben veel kennis over misstanden in de ketens en gaan bedrijven daarom samen met brancheorganisaties en overheid helpen om meer inzicht te krijgen.

Collectieve projecten

Naast het bieden van ondersteuning werken de convenantspartijen ook samen aan collectieve projecten. Zo hebben CBL en IDH, The Sustainable Trade Initiative voor het leefbaarloon-bananenproject 42 procent van de totale Nederlandse inkoop van bananen in kaart gebracht. Doel van het project is om het gat tussen het betaalde loon en het leefbaar loon inzichtelijk te maken en in 2025 voor minimaal 75 procent te dichten. Daarnaast hebben FNV en CBL een onafhankelijk onderzoek  uitgevoerd naar misstanden in de Italiaanse tomatenketen. Het onderzoek bevestigt risico’s op het gebied van schending van mensenrechten, zoals uitbuiting en illegale arbeid. Het CBL heeft samen met de leden een actieplan opgesteld om de aanbevelingen uit het rapport uit te voeren. Naast de lopende projecten zijn de convenantspartijen in het derde jaar ook gestart met de verkenning van nieuwe collectieve projecten voor diverse risicogrondstoffen, welke in het vierde jaar verder worden uitgewerkt.

Kennisdeling

Het afgelopen jaar zijn diverse kennissessies georganiseerd om het bewustzijn onder bedrijven in de sector te vergroten. Zo waren er kleinschalige mkb-intervisiebijeenkomsten om samen met sectorgenoten te sparren over de praktische uitdagingen en werd een training georganiseerd voor inkopers om due diligence in de inkoopstrategie en contracten op te nemen. Ook organiseerden ngo’s en vakbonden een webinarreeks over risico’s op het gebied van mensenrechten, zoals onveilige werkomstandigheden, leefbaar loon en kinderarbeid. Tot slot werd een tweedaagse training ontwikkeld om bedrijven die indirect zijn aangesloten bij het convenant te leren hoe zij due diligence op praktische wijze kunnen implementeren. Deze training zal in 2022 op diverse plaatsen in het land worden aangeboden.

Ewald Wermuth, voorzitter Convenant Voedingsmiddelen: “Steeds meer ondernemers beseffen hoe belangrijk het is om werk te maken van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Niet alleen omdat de samenleving dit van bedrijven verwacht, maar ook omdat due diligence wetgeving in aantocht is op zowel nationaal als Europees niveau. Het convenant is de plek voor de voedingsmiddelensector om zich hierop voor te bereiden. Bedrijven die zich nu inspannen om due diligence in hun bedrijfsvoering te implementeren, hebben straks een voorsprong. Daarom roep ik bedrijven op om nu in actie te komen. Want alleen door constructief samen te werken kunnen bedrijven, vakbonden, maatschappelijke organisaties en overheden een verschil maken voor de meest kwetsbare schakels in de keten.”