In de aanloop naar COP26 – de klimaatconferentie van de Verenigde Naties in november – deden business school INSEAD en executive search en consultancy firma Heidrick & Struggles wereldwijd onderzoek onder zo’n 300 leden van Raden van Commissarissen (RvC’s). Het doel was inzicht te krijgen in de kennis van commissarissen over de impact van klimaatverandering op hun onderneming en de mate waarin het thema onderdeel is van hun rolinvulling. Er blijkt een duidelijke discrepantie te zijn tussen wat commissarissen zeggen over de impact van klimaatverandering en wat ze daar feitelijk aan doen. Een gebrek aan kennis en inzicht is een belangrijke oorzaak.
De voornaamste conclusies van het ‘Changing the Climate in the Boardroom’ onderzoek:
- 75% van de commissarissen vindt klimaatverandering erg belangrijk tot cruciaal voor het strategisch succes van de onderneming;
- 63% van de commissarissen stelt dat hun RvC duidelijk de risico’s en kansen identificeert die klimaatverandering voor de onderneming meebrengt;
- 85% van de commissarissen vindt dat de RvC zijn kennis over de implicaties van de klimaatcrisis moet vergroten;
- 72% van de commissarissen heeft vertrouwen in het vermogen van hun onderneming om klimaatdoelstellingen te halen, maar 60% benadrukt dat er binnen de RvC niemand is die specifiek verantwoordelijk is voor het onderwerp;
- 69% van de commissarissen geeft aan dat kennis van het klimaatvraagstuk tot nu toe geen randvoorwaarde is om toe te treden tot de RvC;
- 41% van de commissarissen stelt dat de onderneming geen duidelijke doelstellingen heeft waar het gaat om op het terugdringen van CO2-uitstoot;
- 46% van de commissarissen geeft aan dat de RvC geen of onvoldoende kennis heeft over de implicaties van klimaatverandering op de financiële prestaties van de onderneming;
- 49% van de commissarissen meldt dat klimaatverandering geen of slechts een beperkt onderdeel is van investeringsbeslissingen binnen de onderneming.
Raden van Commissarissen staan onder toenemende druk van stakeholders en worden afgerekend op de impact die hun onderneming heeft op de planeet. Toch hebben veel commissarissen niet de kennis, vaardigheden en het inzicht om risico’s en kansen met betrekking tot klimaatverandering te beoordelen. Ondanks initiatieven zoals de jaarlijkse klimaatconferentie van de UN COP26, en toenemende druk van overheden (zoals het Sustainable Corporate Governance Initiative) laat het onderzoek van INSEAD en Heidrick & Struggles zien dat veel commissarissen onvoldoende actie ondernemen op het onderwerp klimaatverandering, al zien zij daar wel het belang van in.
Top niet afgerekend op klimaatprestaties
Maar liefst 43% van de commissarissen meldt dat hun onderneming geen duidelijke doelstellingen heeft voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. In het verlengde daarvan geeft 74% aan dat klimaatverandering helemaal niet of slechts in geringe mate onderdeel is van de prestatie-indicatoren van de top van hun onderneming. Bijna de helft van de commissarissen zegt dat klimaatverandering helemaal geen of slechts een zeer beperkte rol speelt bij investeringsbeslissingen.
Gebrek aan kennis en visie
Het onderzoek van INSEAD en Heidrick & Struggles legt één van de grote problemen van het omgaan met klimaatvraagstukken door RvC’s bloot: een algemeen gebrek aan kennis over het klimaat. 85% van de respondenten vindt dat de RvC zijn algemene kennis over en inzicht in het thema klimaat moet vergroten. Bijna de helft geeft toe geen visie te hebben op de wereldwijde implicaties van klimaatverandering. In dit kader stellen veel commissarissen dat zij zich met name laten informeren door bestuurders van de onderneming, de media en investeerders en niet door wetenschappers. Minder dan de helft van de toezichthouders vindt het overigens belangrijk een expert op het gebied van klimaatverandering in de RvC te hebben.
Sonia Tatar, Executive Director van het INSEAD Corporate Governance Centre, dat het onderzoek van de business school leidde: “Opvattingen over effectief toezicht op klimaatverandering evolueren naarmate de mondiale dynamiek verandert en druk van belanghebbenden en activisten toeneemt. Het thema is steeds meer een topprioriteit. Voor investeerders voor wie klimaat een prioriteit is in de financiële ondersteuning van organisaties, maat ook voor Raden van Bestuur die onder de loep worden genomen om klimaattransitie te integreren in hun strategie. Ook is er steeds meer maatschappelijk onderzoek naar greenwashing en zijn er duidelijkere statistieken over impact en resultaten.”
Fundamentele paradox
Raden van Commissarissen lijken structureel te weinig tijd aan klimaatverandering te besteden. Zo bevestigt 10% van de respondenten dat de RvC geen enkele discussie wijdt aan het beoordelen van risico’s die verband houden met de opwarming van de aarde. Een kwart stelt dat er geen scenario’s worden ontworpen met betrekking tot klimaatverandering en 24% heeft het binnen de RvC nooit over de educatie van teams op het gebied van klimaat-gerelateerde onderwerpen.
Imke Lampe, Partner in Charge van Heidrick & Struggles Nederland: “Het zijn alarmerende inzichten, zeker gezien de enorme complexiteit en implicaties van het proces van klimaatverandering. Er lijkt sprake van een fundamentele paradox. Professionals met de vaardigheden en ervaring om de klimaatcrisis aan te pakken hebben zelden de ervaring die nodig is om een goede commissaris te zijn en vice versa. Daardoor zijn experts op het gebied van klimaatverandering fundamenteel ondervertegenwoordigd in Raden van Commissarissen. Die realiteit heeft uiteraard gevolgen voor de samenstelling van de top van ondernemingen. Maar liefst 65% van de respondenten bevestigt dat aandacht voor het klimaat geen criterium is bij de keuze voor een CEO. Dat moet veranderen.”
Over het rapport
De enquête werd in september en oktober 2021 uitgevoerd via de wereldwijde INSEAD en Heidrick & Struggles corporate governance netwerken. 301 respondenten uit 43 landen vulden enquêtes in, en 74% van de respondenten was werkzaam bij bedrijven met een hoofdkantoor in Noord-Amerika en West-Europa. De leden van de raden van bestuur waren afkomstig uit zeer uiteenlopende bedrijfstakken en van zeer uiteenlopende omvang. 227 respondenten waren niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders uit verschillende comités van de raad van bestuur, waarbij audit, benoeming en beloning de meest voorkomende functies waren. Opmerkelijk was dat 77 leden lid waren van een duurzaamheidscomité.