“De eerste kilo gerecycled plastic, die gebruikten we in een stofzuiger. Dat was in 2009. Inmiddels zitten we in totaal al op meer dan 2 miljoen kilo per jaar, voor zowel medische apparatuur, persoonlijke gezondheidszorg en huishoudelijke apparaten.” De technische ontwikkelingen op het gebied van recycling gaan dus hard. Maar als het aan Mark-Olof Dirksen (Senior Projectlead Advanced Developments bij Philips) zou liggen, dan mag het nog wel wat harder gaan. Hij is specialist in het selecteren en ontwikkelen van materialen in een technische expertisegroep. Vanuit Drachten werkt deze groep samen met teams van over de hele wereld om Philips-producten nog duurzamer te maken.
Nu bestaat 15 procent van de Philips-omzet nog uit circulaire producten en diensten, in 2025 moet dat zijn opgeschroefd naar 25 procent. Een ‘circulair product’ wil nog niet per se zeggen dat er gebruik wordt gemaakt van gerecyclede materialen, aldus Mark-Olof: “Circulair produceren kun je op twee verschillende manieren doen; from recycling en for recycling. Sommige producten kun je maken met gerecycled plastic, en dat doen we dan ook steeds vaker. Maar dat is nog lang niet altijd mogelijk, omdat gerecycled plastic voor sommige toepassingen nog niet geschikt is. Je kunt dan producten wel zo ontwerpen dat ze na gebruik eenvoudig te recyclen zijn.”
Repareren is ook duurzaam
Dat zit hem voor een deel in het modulair opbouwen van een product, zodat onderdelen eenvoudig uit elkaar te halen zijn. Maar het is ook belangrijk dat reparaties gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd: “Neem zoiets simpels als het vervangen van een accu. De laatste decennia zien we steeds meer producten op de markt komen waarvan je niet eens zelf als consument de batterij kunt vervangen, denk aan een smartphone. Als dat wel kan, dan heeft een product een vele langere levensduur.”
De Senseo Eco is koploper in gerecycled plastic: ”Driekwart van alle onderdelen die niet in contact komen met water en koffie, bestaat uit gerecycled plastic. De onderdelen die rechtstreeks in contact staan met het water en de koffie, die zijn het lastigst. Maar ook daar zijn we naar oplossingen aan het zoeken.”
Het idee van een Senseo Eco ontstond in samenwerking met een afvalverwerker: “We hebben destijds samen elektronisch afval verzameld, waar toch nog veel recyclebaar plastic in zit. Daar hebben we ABS uitgehaald en dat gebruikt om Senseo’s van te maken.”
Handboek van de circulaire economie
Het project werd niet alleen gesubsidieerd door de EU, maar werd zelfs een Europees voorbeeld van circulaire economie: “We hebben onze ervaringen en kennis gebundeld in een boek, PolyCE-E-book-Circular-Design-Guidelines, met richtlijnen. Zie het als een soort handboek van de circulaire economie; hoe kun je een product maken door optimaal gebruik te maken van recycling? Daar hebben we een Europese recyclingprijs mee gewonnen, en we mochten het presenteren aan vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie. Die het project vervolgens weer verwerkt in zijn Green Deal. Dat was wel echt iets om trots op te zijn.”
Dit project laat Mark-Olof zien dat recyclebedrijven steeds belangrijker worden als partners van een producent als Philips. “Mijn eerste baan was bij een bedrijf dat gespecialiseerd was in recycling. Toen ik later bij Philips begon, heb ik veel van wat ik daar heb geleerd mee kunnen nemen. Recyclebedrijven verwerken afval en hebben dus veel expertise die we kunnen gebruiken om onze producten circulair te maken.”
Volgens Mark-Olof is het een misverstand dat het recyclen van materialen de meest duurzame optie is: “Je moet ook kijken naar de levensduur, want als een product langer meegaat, dan hoef je ook minder snel een nieuw product aan te schaffen. De mogelijkheid om te repareren is daarbij enorm belangrijk. En dan ga je nog kijken naar hergebruik van onderdelen, want een functioneel onderdeel heeft altijd meer waarde dan het materiaal waar het uit gemaakt is.”
Een goed voorbeeld daarvan is grote medische apparatuur, zoals MRI- en CT-systemen. “Hoe hoger de restwaarde van een product, des te interessanter het wordt om onderdelen te hergebruiken, ook wel refurbishen genoemd.”
Hoewel de ontwikkelingen hard gaan, gaat het voor Mark-Olof persoonlijk allemaal nog niet hard genoeg. “Circulaire economie is een gamechanger, en dat soort radicale veranderingen gaat per definitie langzaam. Dan moet je eerder denken aan generaties dan aan een productlevenscyclus. En dan zijn we bij Philips nog een koploper in de industrie als het gaat om recycling.
Maar ook wij kunnen de lat nog hoger leggen, door aan onze klanten te vragen om gebruikte producten weer terug in te leveren. Want alleen zo houden we controle over de hele keten en kunnen we hogere targets halen op het gebied van circulariteit. Daarom werken we samen met de Stichting WeCycle, die onder meer voorlichting doet bij scholen en inzamelacties organiseert.”
Ook kunnen we nog stappen maken als het gaat om het gebruik van hernieuwbare plastics, zoals biobased, chemische recycling en solvent-based recycling, naast mechanisch gerecyclede plastics. Die zijn niet alleen goed recyclebaar, maar ze zorgen er ook voor dat we onafhankelijk worden van olie. Als we dat doen, en ook alle producten ontwerpen met Design for Recycling-richtlijnen, dan ben ik ervan overtuigd dat we onze ambities nog verder kunnen opschroeven.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Philips