In 2020: 30% CO2 reductie, 25% energiebesparing en een aandeel van 20% duurzame energie. Dat zijn de messcherpe doelen die de Nederlandse en Europese regering stelt.
Met deze scherpe doelstellingen om de klimaatproblematiek onder controle te krijgen ligt er een enorme technologische uitdaging. We hebben het over niets minder dan een technologische energierevolutie: een halvering van de fossiele energie-intensiteit van ons BNP in goed tien jaar.
De lat voor burgers en bedrijven ligt hoog. Maar de doelen zijn niet onrealistisch. Het kan, maar dan moeten we onze economie flink aanpassen: onze woningen moet vele malen energiezuiniger, we moeten anders gaan eten (vooral minder vlees) en anders gaan reizen. Bedrijven kunnen daarbij helpen, maar kunnen zo’n technologische revolutie niet alleen verwezenlijken.
Bedrijven moeten gaan samenwerken om de nieuwe technologie, nieuwe productieprocessen en nieuwe producten te introduceren. Productieketens in de bouw, het vervoer, de industrie en de landbouw kunnen veel energievriendelijker productieprocessen worden ontwikkeld en toegepast dan nu het geval is.
Als bijvoorbeeld energiebedrijven, bouwers en woningbouwcorporaties samen gaan werken kunnen ze oude wijken opknappen tot CO2neutrale wijken (en dat is heel veel meer dan alleen dubbele beglazing).
Als gemeenten, OV bedrijven (NS en bus en tramondernemingen) samenwerken in vervoermanagementplannen dan kunnen files worden teruggedrongen door gecombineerd persoonlijk en openbaar vervoer.
Bedrijven zijn afhankelijk van de consument. Samenwerken met klanten is nodig om, de appreciatie voor energiezuinige producten te verhogen. Of bedrijven kunnen nog verder gaan, zoals Albert Heijn, die in feite zijn klanten opvoedt tot duurzaamheid met zijn maandblad Allerhande. Sturende, vriendelijke informatie over gezonde, milieu- en diervriendelijke diëten.
Samenwerken aan de volgende energierevolutie. Samenwerken kan alleen op basis van vertrouwen. En vertrouwen moet je leren en leren organiseren. En daar zit de kneep: hoe krijg je bedrijven zover dat ze transparant voor elkaar gezamenlijk risico’s gaan delen van de ontwikkeling en toepassing nieuwe energietechnologie?
Dat zal niet eenvoudig zijn, maar ik ben optimistisch gestemd. Ik zie de laatste tijd een nieuwe generatie managers opstaan, die de samenwerking voor duurzaam ondernemen vorm aan het geven is. Kijk naar Albert Heijn, BCC, Eneco, TNT, NS, Unilever, Max Havelaar, etc.
Een nieuwe generatie jonge mensen die de nek durft uit te steken. Een jonge generatie die andere bedrijven gaat opzoeken. Zij willen bijdragen aan een nieuwe milieuvriendelijke, natuurvriendelijke en CO2-neutrale economie; een economie waarin energievoorzieningszekerheid geen probleem is maar een uitdaging.
Ik meen zelfs iets te bespeuren als: “wij zullen onze oudjes eens laten zien hoe het wel kan”.