Het kabinet presenteert de bouwstenen voor wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Met deze bouwstenen gaat het kabinet aanstaande Europese IMVO-regelgeving aanjagen. Het kabinet vindt dat er in Europa wettelijke regels moeten komen om de bijdrage van het bedrijfsleven aan bijvoorbeeld slavernij, oneerlijk loon en milieuvervuiling aan te pakken en te voorkomen. De Europese Commissie heeft aangekondigd dit jaar nog een wetgevend voorstel op het gebied van IMVO te publiceren.
IMVO-wetgeving is nodig, want evaluaties en onderzoeken hebben laten zien dat vrijwillige maatregelen op het gebied van IMVO onvoldoende effect hebben gehad. Dit houdt in dat bedrijven in de EU wettelijk verplicht worden mensenrechten en milieu in alle stappen van de productie te respecteren. De bouwstenen zijn gebaseerd op de adviezen van de Sociaal Economische Raad (SER) en het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Daarnaast zijn de uitkomsten van verschillende overleggen met brancheorganisaties en experts erin opgenomen. Dit geldt ook voor onderzoeken die zijn uitgevoerd in het kader van de vernieuwing van het IMVO-beleid.
De bouwstenen voor een toekomstige EU-wetgeving geven antwoord op de vraag welke bedrijven onder de wetgeving zouden moeten vallen, wat de eisen gaan worden waar bedrijven aan moeten voldoen en hoe de toezicht en handhaving moeten worden ingericht. Het kabinet wil dat alle grote ondernemingen, het beursgenoteerd MKB en middelgrote bedrijven in risicosectoren onder een Europese IMVO-verplichting gaan vallen. Ook is het belangrijk dat toekomstige IMVO-wetgeving zoveel mogelijk aansluit bij al bestaande internationale wetten en regels. Het kabinet zal in EU-verband pleiten voor bestuursrechtelijke handhaving van de IMVO-verplichting door middel van het aanwijzen van een toezichthouder. Mocht een effectief en uitvoerbaar Europees voorstel niet op tijd van de grond komen, dan kunnen de bouwstenen ook gebruikt worden voor de invoering van nationale IMVO-wetgeving.
Het kabinet maakt zich sterk om een IMVO-verplichting in Europa voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld door het voeren van gesprekken met EU-lidstaten en de Europese Commissie.
Minister De Bruijn voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: “Het is heel belangrijk dat er duidelijkheid komt over Europese regels voor verantwoord ondernemen. Snelheid is geboden. Nederland heeft nu een ambitieuze voorzet gegeven. Voor Brussel is het nu helder hoe wij die nieuwe regels het liefst zien”.
Europese bedrijven hebben samen meer invloed, waardoor misstanden op grotere schaal kunnen worden aangepakt en voorkomen. ‘‘Een gelijk speelveld is heel belangrijk, dat vergroot de effectiviteit van de wetgeving en voorkomt dat Nederlandse bedrijven nadeel ondervinden ten opzichte van hun Europese concurrenten’’, aldus De Bruijn.
In oktober 2020 presenteerde het kabinet de hoofdlijnen van het nieuwe IMVO-beleid. Het kabinet zet in op een mix van vrijwillige en verplichtende maatregelen. De verplichtende maatregelen worden bij voorkeur op Europees niveau ingevoerd.
Foto: Minister De Bruijn neemt IMVO-advies van Mariëtte Hamer in ontvangst