Het lot van de onderneming geeft aan welke gevaren er voor de sector op de loer liggen. Er heerst een moordende concurrentie en er zijn weinig drempels om een fabriekje te starten. Bovendien is de druk groot om de prijzen van de producten laag te houden en is de aansprakelijkheid beperkt wanneer het fout gaat.
Uiteindelijk leidde de situatie rondom het speelgoed van Fisher-Price tot één slachtoffer. Topman Zhang Shuhong van Lee Der werd daags nadat de beroering was ontstaan dood aangetroffen. De loodhoudende verf die was gebruikt voor het speelgoed van Fisher-Price was geleverd door een vriend van Zhang. Het gebruik van de verf maakte het speelgoed goedkoper, zo vermoedden experts.
Volgens diezelfde deskundigen is er echter weinig nieuws onder de zon. ‘Deze zaken gebeuren regelmatig en het gebeurt wanneer je het niet verwacht’, zegt Paul Midler, oprichter van het consultantsbureau China Advantage. De gang van zaken maakt deel uit van wat hij de ‘kwaliteitsvervaging’ noemt. De winstmarge wordt stelselmatig opgerekt door gebruik van goedkopere materialen van een lagere kwaliteit. De Chinese speelgoedindustrie is door deze praktijken steeds meer onder druk komen te staan. De prijs van materialen, energie en arbeid is significant omhooggegaan, terwijl de afnemers van de producten zijn blijven vragen om lagere tarieven.
Ironischerwijs is het daarom steeds moeilijker geworden voor bedrijven als Lee Der om zaken te doen met grote ondernemingen als Mattel, omdat die partijen bovendien willen dat er gewaakt wordt over de kwaliteit en gezondheids-, veiligheids- en milieueisen.
Mattel, de grootste speelgoedfabrikant ter wereld, is volgens Stephen Frost, een expert op het gebied van duurzaam ondernemen en werkzaam aan de City University van Hongkong, ‘verreweg de meest vooruitstrevende op dit gebied, maar het bedrijf moet concurreren met een hele batterij bedrijven die helemaal geen acht slaan op dit soort zaken.’
Het probleem ontstaat volgens Frost wanneer een bedrijf als Mattel van zijn toeleveranciers eist meer aandacht aan de eerdergenoemde gebieden te schenken. De directe toeleveranciers en hun leveranciers zullen dan meer aandacht aan zaken als kwaliteit besteden maar het is de vraag wat er gebeurt in de lagen eronder.
‘Hoe goed wordt de consument nu uiteindelijk beschermd?’ vraagt adviseur Midler van China Advantage zich af. Een nieuwe fabriek kan zo weer ergens anders gestart worden. ‘En dan kan dezelfde persoon die ooit besloot lood aan de verf toe te voegen opnieuw met zijn handeltje beginnen.’