Doel van de vergadering was om, op basis van consensus, te besluiten over de hoofdpunten (‘liaison key topics’) van commentaar op het tweede ontwerp (Working Draft 2). In totaal waren 5176 commentaren op WD2 ontvangen, die eind 2006 circuleerde. Dit aantal is uniek binnen ISO! Dit geeft aan dat de betrokkenheid bij de ontwikkeling van ISO 26000 wereldwijd en onder allerlei verschillende stakeholders heel hoog is.
De ‘liaison key topics’ die tot de meeste discussie leidden, waren de vragen:
Wat moeten de minimale niveaus van de ‘vereisten’ in ISO 26000 zijn?Hoe moet implementatie van MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) worden beschreven (ISO 26000 is geen managementsysteemnorm)?Hoe bereiken we een betere integratie en samenhang tussen de verschillende onderwerpen in het document?Definitie van Social Responsibility
Ook inhoudelijk is vooruitgang geboekt. Zo is consensus bereikt over de definitie van Social Responsibility:
“Responsibility of an organization for the impacts of its decisions and activities on society and environment, through transparent and ethical behaviour that:
is consistent with sustainable development and the welfare of society;takes into account the expectations of stakeholders;is in compliance with applicable law and consistent with international norms of behaviour; and is integrated throughout the organization.”Verder zijn vier clusters van ‘core issues’ opgesteld:
1. Environment
2. Human rights en Labour practices
3. Organizational governance en Fair operating practices
4. Consumer issues en Community involvement/ society development
Working Draft 3 (WD3)
In Sydney is eveneens bekeken hoe het implementeren van MVO beschreven kan worden zonder te veel de taal van managementsysteemnormen te gebruiken. Vooral de structuur van hoofdstuk 7 is daarom aangepast en er zijn afspraken gemaakt voor het taalgebruik in Working Draft 3 (WD3). WD3 verschijnt deze zomer ter commentaar. De definitieve ISO 26000 wordt in 2009 verwacht.
Experts uit ontwikkelingslanden in meerderheid
Opmerkelijk voor de vergadering was dat het aantal experts van ontwikkelingslanden voor het eerst groter was dan het aantal experts uit de ontwikkelde landen. In totaal namen 275 leden uit 54 landen samen met 28 internationale organisaties, zoals de VN, ILO en OECD, deel aan deze vergadering.
De Nederlandse delegatie voor deelname aan de WG SR bestond uit de leden van de normcommissie MVO: Louise Bergenhenegouwen (NEN), Gerard Oonk (MVO-platform), Ineke Hoving-Nienhuis (Ministerie van EZ) en Hans Kröder (Learn2improve your planet).