‘Speel in op de trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen ( mvo )’, zegt Kooiker. ‘Tegenwoordig is iedereen vol van mvo . Spreek als overheid het bedrijfsleven hierop aan. De gezondheidsbranche is momenteel nog te eenzijdig gericht op de kapitaalkrachtigen. Met een beetje sturing vanuit de overheid moet het mogelijk zijn bedrijven te prikkelen om de minder kapitaalkrachtigen erbij te trekken. Ga bijvoorbeeld met de sportscholen om de tafel zitten en praat over de kortingsmogelijkheden voor stadspashouders. Dit is namelijk de groep waar het probleem zich het meest manifesteert. Zij vallen er nu helemaal buiten.’
Ook in de alcohol- en voedselindustrie valt een slag te maken. Kooiker: ‘De drankbranche zit helemaal niet te wachten op een negatief imago dat wordt veroorzaakt door pubers die veel te veel drinken. Er valt met hen best te praten over maatregelen die het drankgebruik onder jongeren kunnen inperken. Wat betreft de voedselindustrie zie ik meer heil in het vergroten van het aanbod aan gezonde producten in automaten en op scholen dan in een algeheel verbod op patat en cola.’
Volgens Kooiker richt Den Haag zich nu nog te veel op het inperken van negatief gedrag. ‘De strijd tegen het gebruik van genotmiddelen duurt onverminderd voort en niet iedereen waardeert een dergelijke houding. Op dit punt kan de overheid nog wat leren van het bedrijfsleven. Handel proactief, niet reactief.’
Overgewicht is een serieus probleem. Gisteren kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met cijfers over de leefstijl van de Nederlander. Die was niet verbeterd in 2006. Het aandeel van volwassenen dat kampt met overgewicht is opnieuw gestegen en drank- en tabaksgebruik is niet afgenomen. In 2006 leed ruim 46% van de volwassenen aan vetzucht en er is nog steeds sprake van een stijgende trend. Ook ernstig overgewicht komt meer en meer voor. Bijna 13% van de vrouwen was in 2006 veel te dik. Voor mannen ligt dit rond de 10%. Algemeen wordt aangenomen dat de oorzaak van obesitas het gevolg is van een gebrek aan beweging, en niet aan te veel voedsel.