Willen we in 2030 de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) behalen, dan moet het allemaal wat urgenter en gedurfder. Dat was de toon op de zesde SDG Action Day (24 september). Én dat we elkaar daarvoor nodig hebben: jongeren, bedrijfsleven, media, organisaties en de overheid
“We willen dat de mensheid wereldwijd minder lijdt en meer leeft in kwaliteit. We doen het niet voor minder. Het ene doel staat of valt met het ander. Het staat of valt met de eerste zet. Noem het een domino-effect.”
Met die woorden opende spokenword artist Ivan Words de SDG Action Days 2021. Voor hem had operazangeres Wies Goedhart, bovenop een enorme SDG-jurk, het online event al muzikaal ingeluid. Het was de zesde keer dat de hele Nederlandse SDG-beweging zich verzamelde om elkaar op weg naar 2030 te inspireren en hun inspanningen op elkaar af te stemmen.
Niet iedereen profiteert mee
Dat is nodig. Met nog negen jaar te gaan, is de harde realiteit dat we er nog niet zijn. Dat vertelde nationaal SDG-coördinator Sandra Pellegrom aan moderator Bahram Sadeghi.
“We doen het in Nederland op zich goed, maar het zorgelijke is dat niet iedereen mee profiteert’, zei ze. “Ook bijna de helft van de milieu-indicatoren voor de toekomst staat op rood. En we hebben een grote voetafdruk op andere landen.”
Tegelijkertijd stelt Pellegrom vast dat de SDG-beweging in Nederland “gaat als een trein”. Van die energie moet de overheid gebruik maken, vindt ze. Bijvoorbeeld door een SDG-strategie te maken. Zodat al die inspanningen zich eindelijk vertalen in cijfers en resultaten.
Het alleen maar lief vragen, werkt niet
Dat de overheid wel eens een tandje bij mag steken, vindt ook VN-jongerenvertegenwoordiger Mert Kumru. Wanneer jongeren aan tafel worden gevraagd, is vaak alles al in kannen en kruiken, merkt hij. Dan is het momentum om impact te maken al lang voorbij.
Terwijl de SDG-agenda voor jongeren bij uitstek relevant is. “De dingen lief blijven vragen aan beleidsmakers, volstaat niet”, besluit Kumru, “daarom maken wij gebruik van ál onze grondrechten om geluid te maken – denk aan het woonprotest in Amsterdam vorige week.”
Van emotie naar actie
Behalve de jongeren, kwam op de Action Day ook de media aan het woord – in de persoon van actrice, regisseuse en sociaal onderneemster Hanna Verboom.
Zij had het over het belang van verhalen om de SDG-agenda te versnellen. “Verhalen staan aan de basis van positieve verandering”, zei ze. “Alleen maar cijfermateriaal uit het nieuws, raakt ons niet. Een verhaal van iemand doet dat wel. Dat brengt een emotie naar boven.”
Wat we vervolgens vaak vergeten, aldus Verboom, is die emotie om te zetten naar actie. Dat wil zij wel doen met Cinetree – haar filmplatform. “We verbinden er verhalen aan campagnes. Deze week ging het over het stigma op psychische variaties. Binnenkort gaat het over vrouwenrechten”
Stip op de horizon
Zo’n call to action kwam er ook van Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag en VNG-voorzitter. Hij riep specifiek gemeentes op om geen koudwatervrees te hebben en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in beleid te verankeren. Meer dan honderd Global Goals-gemeentes hebben dat overigens al gedaan.
“Je moet de SDG’s voorhouden als een stip op je horizon”, aldus Van Zanen. “Ze zijn internationaal afgesproken en verbinden iedereen: media, jongeren, bedrijfsleven en overheid. Pas als die allemaal samenwerken, komen we een stap verder.”
In Den Haag wil de burgemeester graag meer inzetten op SDG 16 (sterke publieke diensten) en SDG 10 (ongelijkheid). “Want Den Haag is in Nederland de stad met de grootste inkomensongelijkheid.”
Snelheid maken
Na de openingssessie doken 300 deelnemers de meer dan twintig workshops in. Van SDG’s in de politiek, duurzame financiering tot de transitiewetenschap.
Met één doel: samen snelheid maken zodat we onze tijd en energie de komende negen jaar zo efficiënt mogelijk inzetten. Dat we daarvoor vaker onze stoute schoenen zullen moeten aantrekken, staat vast.