Afgelopen zomer heb ik doorgebracht op een van onze prachtige Waddeneilanden. Heerlijk uitwaaien en genieten van rust, ruimte en strand, net als veel anderen. Het aantal zonuren viel helaas iets tegen, waardoor de vraag voor het opladen van alle iPhones en iPads van het hele gezin het aanbod zonne-energie ruimschoots overtrof. Het gevolg: een lege accu in het eerste weekend! We moesten daardoor direct over op kaarslicht. Best gezellig natuurlijk, maar niet praktisch. Gelukkig was er een aardige buur van wie wij de accuoplader konden gebruiken. In het klein werden we dus geconfronteerd met piekvraag en een beperkt aanbod. De rest van de vakantie zijn we daar heel bewust naar gaan leven. Deze mini-ervaring leerde mij wederom dat we veel bewuster onze vraag moeten afstemmen op het aanbod, alsof we het hele jaar op vakantie zijn.
Op vakantie met een paspoort
Om in 2050 volledig circulair te zijn in de bouwsector moet niet alleen het gebruik van hernieuwbare energie, maar ook het (her)gebruik van secundaire materialen een belangrijkere rol gaan spelen. Er moet nogal wat gebeuren als we willen dat het gebruik van secundair materiaal echt een vlucht neemt. Het aanbod moet worden gedigitaliseerd, zodat er duidelijk inzicht is in vrijkomende materialen en de status ervan. In mijn vorige column heb ik al een pleidooi gehouden voor een materialenpaspoort: haalbaar en noodzakelijk. Het is mooi om te zien dat dit nu wordt uitgevraagd bij enkele tenders, bijvoorbeeld door de provincie Noord-Holland. Ga daar vooral mee door! Mijn oproep aan alle opdrachtgevers van nieuwbouw, bestaande bouw en sloopwerken is een vorm van een materialenpaspoort beschikbaar te stellen en verplicht te maken, zodat grondstoffen hoogwaardig hergebruikt kunnen worden. Dan gaan we pas echt stappen zetten.
Nederlandse ’AEX’ voor hergebruik materialen
Deze materialen en grondstoffen zouden we zichtbaar en verhandelbaar moeten maken, op een ‘online’ marktplaats, zodat vraag en aanbod op elkaar wordt afgestemd. Er bestaan al enkele mooie initiatieven, maar het ontbreekt nog wel aan een echte ‘AEX’ of ‘Aalsmeerse bloemenveiling’ voor secundaire (bouw)materialen en producten. De materiaal- en grondstofstromen die qua volumes de meeste aandacht behoeven, hebben ook de hoogste CO2-impact. Daar zou een Nederlandse ‘AEX’ voor hergebruik van materialen zich in eerste instantie op moeten richten. De tendens dat marktpartijen dit voor zichzelf gaan inrichten is niet de oplossing. Dit moet branche-overstijgend plaatsvinden, zodat de gehele markt, van grote tot kleine speler, hiervan gebruik kan maken.
Supplychain managen
In de afgelopen zomerperiode hebben enkele grote investeerders zoals Jef Bezos en Bill Gates, een aandeel genomen in een mijnbouwbedrijf dat kobalt delft in Groenland en Finland. Kobalt wordt gezien als een zeer belangrijke grondstof voor de productie van elektrische voertuigen en in het bijzonder de accu’s van deze e-auto’s. Of dit nu wel of geen wenselijke maatschappelijke ontwikkeling is, laat ik even in het midden. Ook schoten de prijzen van hout, staal en aluminium omhoog, als ware het een nieuwe goudkoorts. De belangrijkste reden was vooral de piekvraag na het (her)openen van de maatschappij na corona versus het teruggeschroefde aanbod. Het laat zien dat de ‘war on materials’ echt aan staat en het groot vermogen zichzelf inkoopt en hiermee een voorkeurspositie bemachtigt.
Het goed managen van de volledige supply chain van grondstof tot eindproduct maakt dat de intrinsieke waarde van grondstoffen wel of niet kan worden verzilverd en je verzekerd bent van levering in de toekomst. Voor alle betrokkenen in de bouwwereld zouden de recente signalen een wake up call moeten zijn. Iedereen zou zich nadrukkelijker bezig moeten houden met het inrichten van een circulaire supply chain, zodat we minder afhankelijk zijn van primaire grondstoffen.
Ingenieurs, verbreed je horizon!
Vanuit een ontwerpersperspectief moet bij de materiaalkeuze ook gekeken worden naar factoren zoals waarde, kwaliteit, aanbod van materialen, losmaakbaarheid, transporteerbaarheid en de mogelijkheid tot hoogwaardig hergebruik in de nieuwe functie. Kortom, de toekomstige opgaaf voor ingenieurs is veel complexer dan wanneer we ongebreideld zouden beschikken over nieuwe, primaire grondstoffen. Hierbij is fundamentele kennis van materialen en hun degeneratie cruciaal voor het kunnen maken van een juiste inschatting. Het ontwerp moet worden gebaseerd op vrijkomende materialen. Als we weten wat wanneer waar vrijkomt, dan moet hier ook mee ontworpen worden. Een vorm van ‘reversed engineering’ zou je kunnen zeggen. Ingenieurs moeten hun horizon verbreden en kennisvelden bijspijkeren. Dus geef je op voor de trainingen en opleidingen, zoals die de Betonvereniging en Bouwen met Staal op dit vlak aanbieden.
Assetmanagers aan zet
Ook voor de assetmanagers bij grote bouwbedrijven is het van belang dat van tevoren duidelijk is wanneer er in een project vraag is of gaat ontstaan naar vrijkomende materiaalstromen binnen de eigen portefeuille. Daarbinnen is er veel te winnen in de combinatie van bouw en afvalstromen. Dit zien wij onder andere terug op ons areaal van Schiphol, waar we al grote stappen hebben gezet. Het is daar gelukt de opslag van materialen en elementen in een ‘bouwhub’ samen te brengen, inclusief de keuring van materialen en garantie voor hergebruik. Op deze plek waar meerjarig materiaalopslag en -overslag plaatsvindt, brengen wij heel bewust vraag en aanbod continu bij elkaar. Net alsof we het hele jaar op vakantie zijn!
Sander den Blanken, managing director van BAM Infraconsult en statutair directeur van BAM Infra Assetmanagement, beide onderdeel van BAM Infra Nederland.
Deze column is eerder verschenen op de website van CementOnline