Rijststro, bananenstengels en ander landbouwafval is binnenkort mogelijk terug te vinden op de catwalk. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de landbouw in Zuid- en Zuidoost-Azië genoeg bruikbare landbouwreststromen oplevert voor het op schaal produceren van natuurlijke vezels. “Spinning Future Threads” heet het onderzoek dat het Institute for Sustainable Communities (ISC), het World Resources Institute (WRI) en Wageningen University and Research (WUR) in opdracht van de Laudes Foundation hebben uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek werden in acht landen grote landbouwreststromen vastgesteld. De onderzoekers bekeken meer dan veertig gewassen, op zoek naar die gewassen die het geschiktst zijn voor de productie van vezels voor de mode-industrie.
“Om de toenemende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verkleinen, moet de mode-industrie prioriteiten stellen en de transitie naar een circulair en regeneratief systeem versnellen”, zegt Anita Chester, hoofd materialen bij Laudes Foundation. “Er zijn onvoorstelbare mogelijkheden om waarde te creëren uit afval. Dit rapport onderzoekt het enorme potentieel van landbouwreststromen als mogelijk basismateriaal voor textielvezels. Het beschrijft niet alleen de geschiktheid maar ook de kwetsbare punten. We hopen dat dit de mode-industrie zal helpen om, in samenwerking met voedselproducenten, snelle alternatieven te vinden die de balans doen doorslaan ten gunste van de planeet en de bevolking.”
Mogelijke toepassing van landbouwreststromen
De mondiale vezelproductie bedroeg in 2019 meer dan 100 miljoen ton per jaar en de verwachting is dat deze nog verder zal groeien. Landbouwresten kunnen in potentie met kunst- en natuurlijke vezels worden gemengd voor de productie van innovatieve materialen: textielvezels op basis van landbouwrestromen. Van de vezels is bekend dat ze vergelijkbare eigenschappen hebben als materialen die nu in de mode-industrie worden gebruikt. Het onderzoek richtte zich op Zuid- en Zuidoost-Azië omdat van deze regio’s bekend is dat ze zowel oogstafval voortbrengen als textiel produceren.
“De textielindustrie heeft meer duurzame en hernieuwbare grondstoffen nodig om haar huidige, negatieve invloed op het klimaat te verkleinen”, vertelt Paulien Harmsen, senior wetenschapper bij Wageningen University & Research. “We hebben meer biomassa nodig als basismateriaal voor textiel om de huidige textielindustrie om te vormen. Bij het gebruik van nieuwe biomassaresiduen voor textiel lopen we echter tegen een aantal problemen aan, zoals beschikbaarheid en geschiktheid, maar ook tegen uitdagingen op technologisch, economisch en sociaal gebied. Uiteindelijk is niet elke bron van biomassa geschikt voor textiele toepassingen, maar dit onderzoek geeft een veelbelovend inkijkje in de eerste stappen richting duurzame textiel.”
Drievoudig voordeel
De productie van stoffen op basis van landbouwreststromen met behulp van de door dit onderzoek in kaart gebrachte basismaterialen heeft daarnaast ook een belangrijke maatschappelijke meerwaarde. Vivek P. Adhia, landendirecteur India bij ISC, hierover: “Vezels op basis van landbouwresten vormen een veelbelovende innovatie die de volgende moderevolutie in gang kan zetten. De tijd is rijp om de vruchten te plukken: duurzame mode, meer bestaanszekerheid op het platteland en minder impact op het milieu. Het leggen van essentiële verbanden tussen de industrie en landbouwgemeenschappen zal bijdragen aan de versnelling van deze transitie. Het is belangrijk dat het systeem vooraf goed wordt ontworpen, waarbij wordt gekeken naar de betrouwbare beschikbaarheid van basismaterialen, robuuste lokale waardeketens, op dit doel afgestemde technologie en vergroting van het consumentenbewustzijn.”
Naast economische voordelen heeft het recyclen van reststromen tot textielvezels ook belangrijke klimaatvoordelen. “Het realiseren van klimaatbestendigheid vereist innovatieve sociale en milieu-oplossingen, naast ondersteunend overheidsbeleid”, betoogt A. Nambi Appadurai, directeur klimaatbestendigheidspraktijk bij WRI India. “Het omzetten van landbouwresten in grondstoffen voor de textielindustrie is een stap in de goede richting. Maar in de toekomst moeten we ook voortbouwen op hetgeen we van onze eerdere ervaringen hebben geleerd en erop toezien dat de oplossingen ten goede komen aan zowel de onafhankelijkheid als de bestaanszekerheid van de boeren.”
Het onderzoek bevat een routekaart voor samenwerking en innovatie voor de mode- en voedselindustrie: samen moeten zij ervoor zorgen dat deze alternatieve basismaterialen de mode-industrie helpen bij het realiseren van duurzame waardeketens op de lange termijn.