De spanning tussen twee discussieniveaus sprong in het oog: milieuproblematiek en de nieuwe verslaggevingsregels. Het onderwerp duurzaamheid werd, zelfs tijdens de bijeenkomst van het Global Reporting Initiative (GRI), af en toe versmald tot een milieukwestie.

En bij een onderwerp als het milieu horen doemscenario’s. Het publiek van de GRI-conferentie moest dan ook geduldig luisteren naar menig zwart toekomstbeeld alvorens de kansen en uitdagingen van een meetbare duurzame bedrijfsvoering gepresenteerd te krijgen.

Een zware delegatie sprekers stak donderdag van wal. Prins Willem-Alexander sprak over een ‘kritiek moment’ in de geschiedenis, de smeltende ijskap en het gat in de ozonlaag. ‘We moeten deze gegevens als een waarschuwing zien, of beter, als nog twee waarschuwingen.’ De prins liet er in zijn openingsspeech geen twijfel over bestaan dat de mens zijn leefomgeving vernielt, dat de wereld te kampen krijgt met talloze natuurrampen en dat de kloof tussen arm en rijk toeneemt. ‘Deze problemen vormen de kern van alle discussies over duurzaamheid.’

Achim Steiner, uitvoerend directeur van VN-milieuprogramma Unep: ‘We moeten de droom overboord gooien dat technologie ons zal behoeden voor de krachten van de natuur. Het tegenovergestelde is waar. Het is juist de groei van de economie waardoor we nu in een crisis zijn beland.’

Philips -ceo Kleisterlee zag het minder somber. ‘Het bedrijfsleven heeft geleerd duurzaamheid te zien als een essentieel onderdeel van het zakendoen. Niet als een leuk extraatje of een fijn pr-instrument.’

Met een typisch Philips-voorbeeld zette de topman zijn stelling kracht bij. ‘In ontwikkelingslanden hebben 1,6 miljard mensen geen toegang tot elektriciteit. Daarom wordt er elk jaar $ 38 mrd uitgegeven aan brandstof voor olielampjes. Dat is 17% van de wereldwijde uitgaven aan licht. Daar komt bij dat het licht van slechte kwaliteit is, de gezondheid aantast en erg kostbaar is.’ Logischerwijs vervolgde de bestuurder: ‘Philips zet zich graag in om deze 1,6 miljard mensen van licht te voorzien.’

Ook cfo Hugh Scott-Barrett van ABN Amro benadrukte de mogelijkheden die een sociaal nut dienen én economisch aantrekkelijk zijn. Maar een duurzame bedrijfsvoering heeft nog meer voordelen: ‘Een bedrijf dat zich duurzaam presenteert, heeft aanknopingspunten om een hechte band met zijn klanten op te bouwen, zijn staf te motiveren en kosten te besparen.’ Dit laatste licht de bestuurder toe. ‘Doordat ons nieuwe hoofdkantoor gekoeld wordt met water uit een nabijgelegen gracht, besparen we elk jaar fors op de energiekosten.’

Nare milieukwesties, sterallures van Al Gore en bedrijven die zichzelf als ‘frontrunner’ presenteerden, brachten het GRI-team niet van zijn stuk. Doel van de bijeenkomst was immers om de nieuwe, derde generatie verslaggevingsregels tegen het licht te houden.

In een speciale sessie kwam vrijdag de technische toetsingscommissie van de GRI bijeen. In sneltreinvaart passeerden alle kritieke punten van het initiatief de revue.

Hidemi Tomita van Sony : ‘Worden we wel gelezen? Ik denk het wel, maar alleen door professionals, niet door het brede publiek dat we willen bereiken. Het multistakeholdersprincipe staat hiermee in schril contrast.’ Gemma Crijns van onderzoeksbureau Somo: ‘De standaard neigt te veel te gaan over de impact van bedrijfsleven op mens, milieu en maatschappij, terwijl het moet gaan over de bijdrage die het bedrijfsleven moet leveren.’

Aan het einde van de sessie waren alle duurzaamheidsspecialisten het met elkaar eens. De nieuwe GRI-regels zijn een stuk handzamer en transparanter dan de vorige uit 2002. Maar ze zijn er nog lang niet. ‘Praten over een vierde generatie regels is echt te prematuur, laat ons eerst even uitrusten’, zuchtte Roger Adams, lid van de technische commissie van GRI.