Wat moeten we toch met die enorme berg afvalplastic die alleen maar blijft groeien? Dat is bijna een retorische vraag. Want we kunnen bijna niet meer zonder plastic. Dus moeten we ervoor zorgen dat er plastic komt dat na gebruik weer een ideale grondstof vormt voor andere toepassingen. TNO pleit dan ook voor een toekomst waarin circulair plastic de norm is.
Wat plastic zo populair maakt? “Vergeleken met traditionele materialen zoals metaal, glas en papier is plastic heel licht, flexibel, zo nodig doorzichtig en ook nog eens relatief goedkoop. De combinatie van de eigenschappen, prijs en beschikbaarheid maakt het interessant voor heel veel toepassingen”, weet Pieter Imhof, Business Developer Circular Economy & Environment bij TNO.
“Er is simpelweg enórm veel mee mogelijk”, vat hij zijn verhaal kort samen. En precies dat zorgt ervoor dat plastic onder zijn eigen succes lijdt. Er wordt zoveel van geproduceerd en het zit zo complex in elkaar, dat niet alleen de natuur moeite heeft om dit materiaal af te breken, maar dat ook onze traditionele recyclemethoden tekortschieten. We zijn dus niet goed tegen deze afvalstroom opgewassen.
Wat er met afgedankt plastic gebeurt
In deze tijd van groeiend milieubewustzijn zou je denken dat het merendeel van het plastic een nieuw leven krijgt. Maar nee dus. Dat gebeurt nog maar met zo’n 31 procent van al het plastic dat we in Nederland weggooien. Daarbij gaat het maar voor een deel om echt circulaire toepassingen.
18 procent van het afvalplastic wordt namelijk als een soort veredelde vulstof gebruikt. In bermpaaltjes en parkbankjes bijvoorbeeld. Dat betekent dat slechts 13 procent van al ons plastic afval een nieuw leven krijgt in hoogwaardige producten.
En de rest? Zo’n 66 procent wordt verbrand, circa 1 procent belandt op de stort en zo’n 1 procent komt in de natuur terecht. Dat afgedankte plastic veroorzaakt dus niet alleen een aanzienlijke CO₂-uitstoot, maar verontreinigt ook onze leefomgeving. Daarbij zijn er sterke aanwijzingen dat microplastics gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken.
Gewenst circulair plastic
Ondertussen gloort er wel hoop aan de horizon. Zo becijferde TNO in 2020 dat het haalbaar moet zijn om in 2050 tot 87 procent van alle plastic deel uit te laten maken van een circulair systeem. Maar wel met de kanttekening dat die ontwikkeling natuurlijk niet vanzelf gaat, en dat er zowel op het technische als het socio-economische vlak nog veel moet gebeuren om tot het gewenste circulair plastic te komen.
Denken vanuit het grotere geheel
“De term circulair is inmiddels een cliché geworden, maar het is echt de enige oplossing”, benadrukt Imhof. “Het gaat erom dat je het materiaal zo veel mogelijk met waardebehoud in de keten houdt, zodat je zo min mogelijk afval overhoudt. Je kunt dan denken aan hergebruik en refurbishen, maar ook aan slimme manieren om met reststromen om te gaan.”
Alle partijen in de keten zullen volgens Imhof vanuit het grotere geheel moeten gaan denken. “Afvalbedrijven redeneerden vaak: wat is de effectiefste en goedkoopste methode om de producten te scheiden zodat ik ze makkelijk kwijt kan? Maar we gaan nu in een richting waarin ze denken: mijn eindgebruiker krijgt meer waarde als ik een product van hoge kwaliteit lever, dus ik moet voor een zuivere plasticstroom zorgen.”
Ook aan het begin van de plasticketen spelen dit soort overwegingen een steeds grotere rol in de vorm van design for circularity. “Neem soepzakken”, zegt Imhof. “Die bestaan van oudsher uit heel veel laagjes met unieke eigenschappen. Er zit wat metaal in, drie of vier soorten plastic en ook nog eens inkt. Maar Brightlands Material Center, een onderdeel van TNO, ontwikkelt zo’n verpakking uit één type materiaal waardoor het beter herbruikbaar is.”
Naar 87 procent circulair plastic
De grote vraag: hoe gaan we in dertig jaar van 13 procent circulair naar 87 procent? “Ten eerste door het stimuleren van de verantwoordelijkheid van producenten en de bereidwilligheid van consumenten met slimme wetgeving en stimuleringsmaatregelen”, start Imhof zijn opsomming.
“Ten tweede door het circulair maken van lineaire waardeketens: van wegwerpmateriaal naar materiaal geschikt voor recycling. Ten derde door investeringen in nieuwe recyclingtechnologieën en standaardisatie van plastics en additieven. Tot slot: werkelijke kosten doorberekenen. Niet-duurzame plastics zijn nu te goedkoop doordat verborgen kosten voor milieubelasting en toxiciteit niet in hun prijs zijn meegenomen.”