Uit onderzoek van KPMG onder de Nederlandse beursfondsen blijkt dat ruim een derde van de bedrijven vorig jaar meer informatie in haar jaarverslag heeft opgenomen over milieu en sociale onderwerpen en dat een kwart van de ondernemingen hieraan ook meer aandacht besteedt in het directieverslag. De informatie die de bedrijven over maatschappelijk verantwoord ondernemen geven, is echter vooralsnog vooral beschrijvend. Slechts 15% heeft ook daadwerkelijk indicatoren opgenomen die informatie geven over de geleverde prestaties. De toenemende aandacht voor het milieu en sociale onderwerpen is volgens Wim Bartels, partner bij KPMG Sustainability, in lijn met de toenemende aandacht van beleggers voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bartels: “De informatie sluit echter nog onvoldoende aan bij de veranderde eisen die op grond van de EU Moderniseringsrichtlijn aan directieverslagen worden gesteld. De bedrijven zullen dan ook nog grote stappen moeten maken om de informatie aan beleggers te verbeteren. Zo moeten beleggers worden geïnformeerd over de risico’s en prestaties van de ondernemingen waarin zij beleggen. De regelgeving vraagt bedrijven te rapporteren over specifieke prestatie-indicatoren op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen die van belang zijn voor de positie of de ontwikkeling van de onderneming.”
Uit het onderzoek blijkt dat de bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen als een belangrijk risico beschouwen. De helft van de bedrijven beschouwt het expliciet als een risico of als een onderdeel van mogelijke reputatieschade. Bartels: “Nu de bedrijven dat zelf aangeven, pleit dat er eens te meer voor om te rapporteren over de daadwerkelijke milieu- en sociale prestaties. Als een onderneming het als een dusdanig groot risico ziet dat het vermelding verdient in het jaarverslag, dan zal het bedrijf het vanuit het principe van goed ondernemingsbestuur ook moeten beheersen. In die zin moet het onderwerp ook hoger op de agenda van commissarissen komen te staan. Van belang hierbij is wat de materiële issues zijn. Op dit moment constateer ik dat te veel indicatoren worden bedacht en gerapporteerd in duurzaamheidsverslagen die in feite geen onderdeel zijn van het managementproces.”
Van de onderzochte bedrijven verwijst 35% voor informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen naar het duurzaamheidsverslag. Bartels: “In die verslagen moet de belegger zelf uitvinden wat relevant voor hem zou kunnen zijn. De relevante informatie voor financiële beslissingen moet dan ook veel helderder gemaakt worden. Het is weliswaar positief dat bedrijven in ieder geval rapporteren over milieu en sociale onderwerpen in een duurzaamheidsverslag en deze informatie veelal laten beoordelen door een onafhankelijke derde. Van beleggers kan echter niet worden gevraagd dat zij uit de vaak omvangrijke verslagen die informatie destilleren die belangrijk is. Zij zullen door middel van een diepgaande analyse door de onderneming zelf moeten worden geïnformeerd over de belangrijke thema’s. Initiatieven zoals de recente adoptie van de Principles for Responsible Investment door grote institutionele beleggers zullen moeten bijdragen aan de groei tot volwassenheid van de informatie aan beleggers, anders dan alleen maar cijfers over winst en vermogen.”