Je hebt het al eens eerder gehoord. De mensen die, vaak aan de andere kant van de wereld, jouw koffie, cacao, thee en andere producten verbouwen, krijgen daar doorgaans veel te weinig voor betaald. Gaat iemand hier iets aan doen? De Nederlandse koffie-importeur Trabocca waagt de sprong in het diepe en belooft: over 5 jaar verdienen onze koffieproducenten in Ethiopië een leefbaar inkomen.
Trabocca slaat de handen ineen met Fairfood, een stichting die bedrijven in de voedselsector met innovatieve oplossingen helpt hun handelspraktijken te verduurzamen. In de eerste fase van het project wordt vastgesteld hoeveel de koffieboeren op dit moment verdienen en wat zij zouden moeten verdienen om van een leefbaar inkomen te kunnen spreken. In de tweede fase wordt gezocht naar manieren om de eventuele kloof te dichten. Fairfood werkt daarbij aan oplossingen om bijvoorbeeld betalingen direct in de zak van de boer te kunnen stoppen.
“We kwamen met Trabocca in contact toen we drie jaar geleden een koffiecampagne voerden”, vertelt Sander de Jong, algemeen directeur van Fairfood. “Onze research bevestigde toen onder meer: het is kommer en kwel onder koffieboeren en dit gaat consumenten wel degelijk aan het hart. Inderdaad twee open deuren, maar vooralsnog zagen we weinig beweging in de koffie-industrie. Trabocca toonde zich bereid om wél de handen vies te maken en na een eerste pilot kunnen we nu dit prachtige project aftrappen.”
Simon Lévelt sluit zich aan als inkoper en mag zich over 5 jaar de eerste brander en verkoper noemen van de leefbaar-inkomen-koffie. “Duurzaamheid – sociaal en ecologisch – behoort tot onze grondbeginselen, al sinds 1976, toen de vijfde generatie Lévelt, Hans Lévelt, met eigen ogen de erbarmelijke omstandigheden zag waaronder theeplukkers werkten”, vertelt Bert Jongsma, directeur van Simon Lévelt. “Dan is het mooi als je als bedrijf meewerkt aan een project dat zo concreet iets gaat doen aan die problematiek.”
Extra geld direct naar de boer
Menno Simons, oprichter en algemeen directeur van Trabocca, wijst op het belang van directe betalingen aan de boer. “We moeten nog veel te weten komen, maar wat we wel al weten is dat de prijs die de boeren voor de koffie ontvangen omhoog moet”, vertelt hij. “Dan kunnen we aan onze kant van de keten wel meer betalen voor het product dat wij afnemen, maar dan weten we nog niet of het geld in de juiste zakken terecht komt.”
Fairfood breidt daarom hun al bestaande platform Trace, dat nu door zo’n 50 bedrijven wordt gebruikt voor het transparant maken van voedselketens en traceerbaar maken van producten, uit met een nieuwe functionaliteit: betalingen die – zo om de rest van de keten heen – direct aan de boer kunnen worden gedaan. “Vooralsnog een van de weinige manieren voor bedrijven hier in Nederland om daadwerkelijk positieve invloed uit te kunnen oefenen op het inkomen van een boer aan het begin van een voedselketen”, reageert De Jong.
630 boeren
Trabocca werkt samen met zo’n 80 koffieleveranciers in landen als Kenia, Ethiopië en Colombia. Zo’n leverancier werkt op zijn beurt vaak met honderden koffieboeren. Dit project richt zich in eerste instantie op twee Ethiopische leveranciers, die hun koffie inkopen bij zo’n 630 boeren – goed voor 9 procent van Trabocca’s jaarlijkse inkoopwaarde. Lokaal stellen onderzoekers van het Koninklijk Instituut voor de Tropen al dit jaar de leefbaar-inkomen-benchmark vast. Daarbij wordt gekeken naar de kosten van de koffieproductie, maar ook van onder meer een gebalanceerd dieet, vervoer, wonen en scholing.
“Een leefbaar inkomen is niet in de laatste plaats belangrijk voor koffieboeren – en boeren in het algemeen – om zich te wapenen tegen een veranderend klimaat”, vertelt De Jong. Cacaoboeren in Ivoorkust zijn op het moment het levende bewijs van deze noodzaak. Daar zorgt een bijzonder droog regenseizoen momenteel voor extra spanning bij boeren die toch al gebukt gingen onder een prijscrisis.
“Als een boer niet genoeg verdient, leeft zij of hij van dag tot dag”, gaat De Jong verder. “In tijden van crises hebben ze geen spaarpot om op terug te vallen, maar je ziet bijvoorbeeld ook dat ze geen investeringen kunnen doen om zich te wapenen tegen klimaatverandering, laat staan dat ze de flexibiliteit hebben om het bedrijf om te gooien en een product te gaan verbouwen dat beter bij het nieuwe klimaat past. Daarom moeten we echt gaan beseffen: een leefbaar inkomen is een mensenrecht.”
De business case
In 2020, midden in de corona-crisis, trapten Trabocca en Fairfood een eerste pilot af, waarbij Trabocca als een van de eerste gebruikers van Trace de business case bewees voor meer transparantie. Een lading koffie uit Ethiopië die tot aan de boer te traceren was, vond toen gretig aftrek bij Nederlandse koffiebranders, hoewel ze voor die koffie een kleine meerprijs moesten betalen.
“Veelbelovende resultaten, die laten zien dat er een markt is voor koffie met een goed verhaal”, aldus Simons. “Maar wat we ook merkten, was dat er nog te veel informatie ontbreekt om daadwerkelijk tot de bodem van het probleem te kunnen gaan. Dat is waarom dit nieuwe project zich zo uitgebreid richt op die leefbaar-inkomen-benchmark. Uiteindelijk willen we serieuze en blijvende impact maken.”
Het project wordt gesubsidieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), vanuit het Fonds Verantwoord Ondernemen. Dit Fonds ondersteunt samenwerkingen tussen Nederlandse ondernemers en maatschappelijke organisaties, die gericht zijn op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO).