Terwijl ‘klimaat’ voor veel politieke partijen een belangrijk verkiezingsthema was, is Nederland niet groener gaan stemmen. Koen Altena van Zonneplan uit Zwolle pleit daarom voor een CO2-kassabon per huishouden, om de eigen bijdrage aan de energietransitie zichtbaar te maken. Hij krijgt bijval van voormalig lector Overheidscommunicatie Bert Pol, die stelt dat er te veel in abstracte termen gesproken wordt over het klimaatprobleem. Hoogleraar Communicatiewetenschap Jan Kleinnijenhuis van de Vrije Universiteit deed onderzoek en vond nog een andere mogelijke reden voor het weinig groene stemgedrag van Nederland.
Het idee achter de CO2-kassabon is Nederlanders is ontstaan vanuit de gedachte dat er te onduidelijk wordt gesproken over het thema klimaat. De fictieve kassabon moet inzicht bieden in hoe Nederlanders met een veranderde levensstijl kunnen bijdragen aan het verminderen van de CO2-uitstoot. “Het vertalen van iemands levensstijl naar kilo’s CO2-uitstoot maakt mensen bewust en verduidelijkt het probleem”, aldus Altena. “We hebben het niet meer over percentages, maar over concreet meetbaar gewicht.”
Abstracte communicatie
Emeritus professor Overheidscommunicatie Bert Pol kan zich in het idee vinden. “Er wordt erg abstract over het klimaatprobleem gesproken. Hierdoor blijft het een probleem dat ver van ons af lijkt te staan.” Pol haalt cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau aan, waaruit blijkt dat 2,3 miljoen Nederlanders een IQ hebben tussen de 70 en 85 en 2,5 miljoen laaggeletterd zijn (deze cijfers overlappen voor een deel). Dit gecombineerd met de abstracte benadering door politici en media maakt volgens Pol dat de urgentie van de energietransitie onvoldoende aankomt bij het grote publiek. “Juist daarom spreekt een politicus als Wilders, wat je verder ook van hem vindt, nog steeds veel mensen aan. Hij spreekt de taal van het volk.”
Klimaat “gekaapt” door rechts
Communicatiewetenschapper Kleinnijenhuis ziet nog een andere reden waardoor linkse partijen, met GroenLinks voorop, het thema ‘klimaat’ uit hun handen hebben laten glippen. “Groene partijen en de milieubeweging konden eenvoudig uitleggen dat overheden, bedrijven en burgers er samen de schouders er onder moesten zetten om de dreigende opwarming van de aarde te voorkomen. Klimaatmaatregelen waren geboden. Niet iedereen vraagt zich dan af of het doel alle voorgestelde middelen heiligt, zodat groene partijen als het ware het ‘eigendom’ ervan krijgen”, aldus Kleinnijenhuis.
Hij haalt de gele hesjesbeweging in Frankrijk en Forum voor Democratie aan. “Zij hadden het plotseling over de de idiotie, de exorbitante kosten en de marginale meeropbrengsten van voorgestelde klimaatmaatregelen, zoals het kappen van bossen voor biogas, hoge parkeertarieven, of overheidssubsidies voor rijke Nederlanders die zich een Tesla kunnen veroorloven. Daarmee verschoven ze de aandacht van onomstreden klimaatdoelen naar omstreden klimaatmaatregelen en kaapten zij als het ware het thema klimaat.”
CO2 meten in kilo’s
Altena wil niet de suggestie wekken dat een CO2-kassabon vooral leuk is voor ‘rijke Nederlanders met een Tesla’, zoals Kleinnijenhuis het verwoordt. “Iedereen kan op deze manier juist zien wat hij of zij bijdraagt. Of je nu zonnepanelen neemt, een elektrische auto koopt, minder vlees eet of je afval beter scheidt. En wie meer te besteden heeft, stoot over het algemeen ook meer uit.”
Altena geeft een voorbeeld: “Een gemiddeld Nederlands huishouden stoot volgens cijfers van Milieu Centraal jaarlijks zo’n 20.000 kilo CO2 uit. Maar heb je bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak liggen? Dan gaat er na twee à drie jaar – je compenseert eerst de productie-uitstoot – 3.000 kilo van je rekening af. Doe je ook nog je auto de deur uit? Dan bespaar je per direct 2.000 kilo uitstoot en bedraagt je CO2-rekening nog ‘maar’ 15.000 kilo. Maar ook door bijvoorbeeld minder vaak vlees te eten of alleen kleding te kopen die je echt nodig hebt, kun je je uitstoot zo met een paar duizend kilo terugdringen. Om over die vakantievlucht naar Zuid-Spanje nog maar te zwijgen.”
Digitale kassabon
Altena ziet het voor zich dat consumenten dit straks via een app kunnen bijhouden. “De uitdaging is om het zuiver te houden. Zo heeft ieder uur bijvoorbeeld ook een andere elektriciteitsmix met daaraan gekoppeld een andere CO2-uitstoot. Het gaat er uiteindelijk om dat we gaan inzien dat we zelf echt een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de energietransitie.”