Begrijpelijk dat veel bedrijven bij hun jaarcijfers ook hun duurzaamheidsprestaties rapporteren. Anders dan bij hun financiële cijfers blijken slechts weinig ondernemingen zich te wagen aan duurzaamheidsprognoses. De schaarse ondernemingen die dat wel aandurven laten veelal een verklaring weg waarom voor bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen wordt gekozen. Dat is jammer, want alle inspanningen ten spijt worden de belanghebbenden, onder wie de aandeelhouders, in het ongewisse gelaten ten aanzien van de ambities van de onderneming op dit vlak.
Toch zijn er wel degelijk mogelijkheden om begrijpelijke, passende en kwantitatieve duurzaamheidsdoelstellingen te kiezen. Evenals bij financiële targets en prognoses dient zo’n doelstelling een balans te zijn van wat de buitenwereld vereist en de mogelijkheden, de strategie en de ambities van de onderneming. Op vele duurzaamheidsgebieden, zoals milieu, klimaat of armoedebestrijding, zijn immers mondiale doelstellingen vastgelegd, die een onderneming uitstekend kan gebruiken voor de formulering van eigen doelstellingen. Zo heeft de Verenigde Naties zeer bruikbare Millennium Development Goals geformuleerd voor onder andere armoedebestrijding, toegang tot schoon water en diversiteit. En het Kyoto-protocol geeft een uitstekend handvat voor doelstellingen voor klimaatrelevante emissies.
Daarnaast geldt de ambitie van de onderneming zelf natuurlijk als belangrijke leidraad. Streeft de onderneming naar sectorleiderschap, dan ligt het voor de hand ook op duurzaamheidsgebied welgekozen focusgebieden significant beter te presteren dan branchegenoten. Mondiale benchmarks kunnen dan goed gebruikt worden om doelstellingen af te leiden.
Ondernemingen waarvoor duurzaamheid menens is, kunnen het zich niet meer permitteren geen duurzaamheidsdoelstellingen af te geven. Slechts dan telt duurzaamheid volwassen mee en voegt waarde toe aan de onderneming.
Rob van Tilburg is senior adviseur bij DHV en begeleidt bedrijven bij duurzaam ondernemen.