In Canada moeten banken en financiële instellingen met een omzet van meer dan een miljard dollar openbaar maken hoe ze bijdragen aan de Canadese economie en maatschappij. De Franse overheid eist dat beursgenoteerde bedrijven verifieerbare informatie over hun sociale en milieuprestaties opnemen in hun jaarrapporten. Braziliaanse bedrijven die vrijwillig grotere inspanningen doen dan vereist, krijgen een speciale vermelding op de beurs van Sao Paulo.

“De publiekseis naar betere werkomstandigheden en respect voor het milieu in wereldwijde productiesystemen heeft invloed op het overheidsbeleid”, zegt het rapport “Trends in Sustainable Development”.

Maar tegelijk betekent “de globalisering van het productienetwerk dat bedrijven hun producten en diensten steeds meer verplaatsen naar lageloonlanden. Dat maakt het moeilijker om via de wettelijke mechanismen van een enkel land toezicht te houden op bedrijfsactiviteiten.”

Een oplossing is toezicht op internationaal niveau. De Verenigde Naties richtten in 2000 ‘Global Compact op’. Dat heet “één van de werelds grootste initiatieven voor sociale verantwoordelijkheid van bedrijven”. Van alle bedrijven die zich aansluiten, wordt verwacht dat ze zich houden aan tien universele principes op vlak van mensenrechten, arbeidsstandaarden, respect voor het milieu en maatregelen tegen corruptie. Het lidmaatschap van Global Compact is verder vrijblijvend.

De tweeweekse sessie van VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling buigt zich over energie voor duurzame ontwikkeling, industriële ontwikkeling, vervuiling en klimaatverandering.

Maar de VN hebben nagelaten hoge prioriteit toe te kennen aan één van de belangrijkste kwesties op vlak van milieu en sociale verantwoordelijkheid: het recht op water. Dat zegt Patti Lynn, camgagnedirecteur van de ngo Corporate Accountability International. De VN stellen nochtans dat water cruciaal is voor duurzame ontwikkeling en voorspellen dat twee op drie mensen tegen 2025 onvoldoende toegang tot water zullen hebben.

Lynn vindt het riskant om bedrijven als Coca Cola en Suez prominente partner te maken in projecten voor duurzame ontwikkeling. “Het is riskant bedrijven aan de onderhandelingstafel te vragen voor je het concept dat water een mensenrecht verankert in internationale wetgeving”, vindt Lynn.

Zij vindt dat de VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling het waterbeleid moet beschermen tegen inmenging van bedrijven die hun winst halen uit water. Ze verwijst naar het wereldwijde tabaksverdrag van de Wereldgezondsheidsorganisatie, dat het gezondheidsbeleid beschermt tegen inmenging door tabaksbedrijven.