Om de CO2-uitstoot na de coronacrisis blijvend te remmen is intensieve decarbonisatie nu hard nodig. Dat is de voornaamste conclusie uit het nieuwe rapport van de World Energy Council (WEC) Nederland. In het rapport wordt door verschillende partijen antwoord gegeven op de vraag in hoeverre de coronacrisis het halen van de klimaatdoelen van Parijs wel of niet in gevaar heeft gebracht.
Volgens Jeroen van Hoof, voorzitter van WEC Nederland, heeft de corona pandemie de wereld flink opgeschud als het gaat om het maken van duurzame keuzes: “De grote vraag is nu of Covid-19 blijvende veranderingen teweeg heeft gebracht of slechts tot een tijdelijke dip in de CO2-uitstoot heeft geleid, waarna we weer verder gaan zoals daarvoor. De economische neergangen die we in de afgelopen decennia met elkaar hebben beleefd hebben namelijk altijd geleid tot een tijdelijke daling van CO2-uitstoot, om vervolgens in het herstel te leiden tot een sterkere toename. We moeten er dus met elkaar goed voor zorgen dat we het momentum dat nu gecreëerd is, met daarbij verhoogde aandacht voor de noodzaak tot vergroening, weten vast te houden. Dan kunnen we namelijk komen tot een positiever scenario dan voor de pandemie, een snellere transitie en ook nog met meer economische groei voor Noordwest Europa.’
Accountant- en adviesbureau PwC is een van de partners van de World Energy Council. Jan Willem Velthuijsen, hoofdeconoom bij PwC, vult aan dat er flink wat prille aanwijzingen zijn dat we wel eens op een iets hoger groeitempo op langere termijn uit zouden kunnen komen na de crisis, en dat er tegelijkertijd signalen zijn dat de energiemix sneller aan het vergroenen is. Zodat we per saldo ook bij hogere groei en versnelde decarbonisatie van het energiesysteem nodig is om de klimaatdoelen van Parijs te halen: “Harder groeien en toch de CO2 doelen halen betekent intensiever decarboniseren. Overheden van China tot de VS en de EU nemen de klimaatuitdaging inmiddels veel serieuzer, en hebben in 2020 grote concrete stappen gezet. Beleggers dringen steeds harder aan op versnellingen van CO2 doelstellingen. Ons eigen gedrag wordt minder energie intensief door thuiswerken en minder vliegen. Waterstofproductie, elektrificatie van het vervoer en andere technieken beleven hun doorbraak naar economische schaal. De stijgende CO2-prijs begint steeds meer groene projecten rendabel te maken. In dat opzicht kan Europa echt voorop lopen in de wereld.’
Grote industriële clusters in Europa spelen een belangrijke rol voor een versnelling in de decarbonisatie. Van Hoof: ‘Binnen die clusters zie je meer samenwerking en een focus op circulaire businessmodellen en het efficiënter omgaan met energie. In de chemische industrie zie je bijvoorbeeld de mogelijkheden van waterstof als energiebron voor chemische processen. Dit zal een forse impact hebben op de energievraag in Europa.’